Vanaf dinsdag kunnen kandidaten voor het presidentschap zich melden. Namen zijn nog niet bekend. Het is de verwachting dat president Bashar al-Assad (1965) herkozen wordt, hoewel ook hij officieel nog geen kandidaat is. Assad is sinds 2000 aan de macht. Sinds 2011 vecht hij een oorlog uit tegen rebellen.

Plannen om de verkiezingen te houden zijn door de internationale gemeenschap al omschreven als „een parodie op de democratie”.

VN-chef Ban Ki-moon waarschuwde maandag dat alle inspanningen om tot een politieke oplossing te komen voor de Syrische burgeroorlog teniet worden gedaan. „Zulke verkiezingen zijn onverenigbaar met het communiqué van Gèneve”, zei hij. Hij refereerde daarmee aan de overeenkomst van juni 2012 waarin staat dat wordt gestreefd naar een politieke overgang in Syrië.

De familie-Assad en de Baath-partij zijn al tientallen jaren aan de macht in Syrië. Bashars vader Hafez al-Assad was president van 1971 tot 2000, toen zijn zoon hem opvolgde.

Net als Bashar sloeg hij demonstraties en opstanden van soennitische moslims, de meerderheid in Syrië, keihard neer. Bij het bloedbad van Hama in 1982 vielen bijvoorbeeld vele duizenden slachtoffers.

Sinds de burgeroorlog in Syrië 3 jaar geleden uitbrak, zijn ruim 150.000 mensen om het leven gekomen. Ook zijn zeker 9 miljoen Syriërs op de vlucht voor het geweld. Ondanks het massale binnenlandse verzet tegen Assad, is de verwachting dat hij voor de derde keer 7 jaar lang president zal worden.