Economie

Zuidelijke eurolanden zijn voor beleggers opeens veilig toevluchtsoord

APELDOORN. De afgelopen jaren werden de zuidelijke eurolanden door beleggers met de nek aangekeken, maar vandaag de dag lijken ze opeens te fungeren als veilig toevluchtsoord. De rentes in de betrokken regio zijn fors gedaald.

Arie de Rooij
18 April 2014 07:04Gewijzigd op 15 November 2020 10:09
De rente in de zuidelijke eurolanden is fors gedaald. beeld ANP
De rente in de zuidelijke eurolanden is fors gedaald. beeld ANP

Zo heeft de overheid in Madrid sinds 2006 niet zo goedkoop kunnen lenen als nu. De rente op tienjarige Spaanse staatsobligaties noteerde donderdagmiddag net onder 3,1 procent. Begin januari was dat 4,1 procent. In 2012 dreigde met bijna 7 procent zelfs een onhoudbare situatie.

Elders in de Europese periferie tekent zich eenzelfde trend af. Italiaans schuldpapier met genoemde looptijd ging donderdag over de toonbank voor nagenoeg 3,2 procent, Portugees voor 3,7 procent (begin 2014 voor 6,0).

De terugkeer van Griekenland op de internationale kapitaalmarkt, vorige week, vormde ook al een illustratie van de kentering in het sentiment. Athene haalde 3 miljard euro op, voor vijf jaar, tegen 4,75 procent. De Griekse tienjaarsintrest staat op ongeveer 6,2 procent, tegen 8,6 begin 2014. Rentes en koersen van obligaties bewegen tegengesteld. Een dalende rente betekent een stijgende koers en dus een grotere vraag naar die stukken.

De eurozone verkeert economisch in een fase van licht herstel. Er is, na de langdurige recessie, weer sprake van groei, zij het voorlopig van een bescheiden omvang, en de begrotingstekorten worden teruggedrongen.

De zwakkere eurolanden profiteren van een verschuiving in de belangstelling van investeerders. In de voorbije jaren zagen de opkomende economieën elders in de wereld veel kapitaal instromen. De Federal Reserve (Fed), de centrale bank in de Verenigde Staten, had de geldkraan wagenwijd opengezet. Al die middelen moesten ergens ondergebracht worden en in de VS zelf viel er, door de lage rente, weinig mee te verdienen. Dus weken grote beleggers, waaronder banken en fondsen, uit naar oorden verder weg. Dat beeld wijzigde toen bijna een jaar geleden de Fed voor het eerst zinspeelde op het geleidelijk terugdraaien van het ruime monetaire beleid. De opkomende landen raakten uit de gratie, er kwam kapitaalexport op gang.

Bovendien bestaan er over verschillende landen zorgen. Dat betreft op dit moment, door de spanningen rond Oekraïne en de mogelijkheid van sancties, in het bijzonder Rusland. Daar willen vermogensverschaffers even niet zijn. Maar zij mijden ook bijvoorbeeld Brazilië, India en Turkije omdat er economisch, politiek of bestuurlijk onvoldoende stabiliteit heerst.

Dan liever kapitaal stallen aan de rand van het eurogebied, luidt hun redenering. Daar valt nog altijd een redelijk rendement te behalen en de risico’s zijn beperkt. De regeringsleiders hebben immers laten blijken dat ze geen uiteenvallen van de muntunie wensen. Nog sterker geldt dat voor de Europese Centrale Bank (ECB). President Draghi kondigde halverwege 2012 aan desnoods ongelimiteerd staatsobligaties te zullen opkopen van landen in problemen. „Geloof me, dat zal genoeg zijn”, verzekerde hij. En niemand heeft tot dusver die woorden in twijfel getrokken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer