Economie

Transportondernemer Rien de Jong: Oost-Europeanen rijden ons de weg af

Tergend langzaam met vrachtwagens over de snelweg rijden, zoals deze week gebeurde, heeft volgens transportbaas Rien de Jong (55) geen zin. „Alleen andere weggebruikers hebben daar last van. Als je iets wilt bereiken, moet je Brussel vastzetten.”

Evert van Dijkhuizen

17 April 2014 20:32Gewijzigd op 15 November 2020 10:09
beeld Erik Kottier
beeld Erik Kottier

toen

Onze transportonderneming in Schoonrewoerd is een echt familiebedrijf. Mijn vader, Gerard de Jong, is ermee begonnen in 1960. Hij had toen één vrachtwagen en vervoerde vooral fruit en foerage. Later kwam daar glas bij vanuit de fabriek in Leerdam. Het waren meestal ritten in opdracht van derden. De winst was minimaal.

Toen ik 18 was, heb ik mijn papieren gehaald en ben ik in het bedrijf gekomen. In 1984 overleed mijn vader en nam ik de zaak over. We hadden inmiddels zeven vrachtwagens, maar allemaal gekocht met geld van de bank. Ik heb vanaf het eerste moment dat ik de leiding kreeg, gezegd: Ik wil een gezond beleid voeren. Geen auto’s leasen of kopen met geleend geld, maar alles uit eigen zak betalen. Dat heb ik altijd volgehouden. Op dit moment hebben we veertien auto’s op de weg. Op het hoogtepunt in ons bestaan hadden we er zelfs zeventien.

We rijden al jaren internationaal: Duitsland, België, Frankrijk, Italië. We vervoeren nog steeds glas, daarnaast papier, staal en alles wat op pallets staat. Voorheen maakten we ritten tot 1000 kilometer. Dat is voorbij. De afstand blijft nu beperkt tot 300 kilometer. Dan zit je vanaf hier gerekend in het Ruhrgebied. Door al die jaren een gezond beleid te voeren, hadden we als bedrijf vet op de botten. Toen de crisis kwam, in 2008, konden we een stootje hebben. Veel andere transportondernemingen gingen toen onderuit.

We zijn inmiddels zes jaar verder. Ik zeg eerlijk dat het vet steeds minder is geworden. Goedkope chauffeurs, aanvankelijk Polen, maar nu ook Bulgaren, Roemenen en Litouwers, hebben ons werk uit handen genomen. Ze zijn een stuk goedkoper. Een Nederlandse chauffeur kost bruto ruim 20 euro per uur, een Oost-Europeaan 5 tot 10 euro. Daar valt niet tegenop te boksen. Je ziet nu dat sommige grote transportbedrijven het nog redelijk doen. Als klein familiebedrijf redden we het door onze persoonlijke service en door creatief te zijn in het plannen van de ritten.”


nu

De chauffeurs uit Oost-Europa worden uitgebuit. Ze zijn lange tijd van huis, soms tot drie maanden. Ze leven in hun vrachtwagen. Dat is in strijd met de regels. Deze chauffeurs moeten één keer per veertien dagen naar huis of in een hotel slapen. Maar daar hebben ze het geld niet voor. Geen wonder dat die jongens er vies uitzien en stinken. Ze worden in hun auto’s gepropt. En dat tegen een hongerloontje.

Maar er is ook een andere kant. In Ede zat een verlader die voor de chauffeurs een kantine met koffieautomaat, wc en douche had gemaakt. Dan konden de chauffeurs zich onderweg verfrissen. Dat ging altijd goed. Totdat er Oost-Europeanen bij kwamen. Op zeker moment was de koffieautomaat, model koelkast, verdwenen. Zelfs de douchekoppen waren gestolen. Nederlandse chauffeurs zijn echt niet allemaal lieverdjes, maar dát doen ze niet. Wat moeten ze met een douchekop? Die hebben ze thuis al.

Ik probeer mijn chauffeurs op te voeden tot goede, fatsoenlijke, zuinige rijders. Daar heb ik de boordcomputer voor. Die controleert van alles: het brandstofverbruik, het aantal remmingen, het gebruik van de cruisecontrol, het aantal snelheidsovertredingen. Ik confronteer mijn chauffeurs met de resultaten. Daar leren ze van. Zo houd ik grip op de kwaliteit van de chauffeurs en op de kosten.

Een buitenlandse chauffeur heb ik nog nooit gehad. En ik begin er ook niet aan. Ik kan het voor mezelf niet verantwoorden om een medemens uit te buiten.”


straks

Mijn zoon Rien is het bedrijf aan het overnemen. Hij doet sinds deze week de planning van de ritten. Dan ben je de spin in het web. Ik heb hem zelf binnengehaald en gezegd: Jij komt niet bij mij in dienst, maar ik bij jou. Hij doet het goed, maar ik maak me zorgen over de toekomst.

Het gaat niet goed in de transportwereld. De concurrentie is moordend. We worden als Nederlandse bedrijven de weg af gereden door Oost-Europeanen. De Europese Unie moet ingrijpen. Actievoeren in Nederland, zoals deze week gebeurde, heeft geen zin. Als je wat wilt bereiken, moet je Brussel vastzetten.

Als de EU niet ingrijpt, geef ik ons bedrijf nog vijf tot tien jaar. Dan is het voorbij. Ik zie de omzet teruglopen. Het is bezuinigen, bezuinigen en nog eens bezuinigen om het hoofd boven water te houden. Toen ik nog baas was, kocht ik elke week een verse bos bloemen voor op kantoor. Mijn zoon zegt: Dat doe ik niet meer, dat vind ik jammer van het geld. Ik begrijp dat.

We doen er alles aan om onze veertien vrachtwagens in goede conditie te houden, maar er komt een moment dat er auto’s stil komen te staan. Die gaan we niet meer vervangen. Een auto eruit betekent ook een chauffeur eruit. Dat wordt natuurlijk een zestiger; die mag dan met de vut.

De actie deze week ging ook over 3 procent loonsverhoging. Ik gun de chauffeurs van harte dat geld. Ze verdienen het, maar ik kan het niet betalen. Vroeger werden chauffeurs per uur betaald, tegenwoordig per minuut. Alles wat ze onderweg doen, wordt geregistreerd door de boordcomputer. Gaan ze tien minuten koffiedrinken bij een benzinestation, dan verdienen ze niks.

De concurrentie zal alleen maar toenemen. Er zijn buitenlandse chauffeurs die bijna uitsluitend ritten in Nederland rijden. Dat is tegen de regels en moordend voor ons. In Oekraïne gaat het niet goed. Als dat land in de toekomst bij de EU zou gaan horen, komen die chauffeurs ook nog eens onze kant op.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer