Druppels bloed
Lukas 22:44b
„En Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen.”
Door het gebed wordt de Heere God vastgehouden, dat Hij het goed voor ons maakt, voor de tijd en voor de eeuwigheid; dat Hij voor ons zorgt, voor vrouw, kind, huis en alles wat wij nodig hebben. Maar dat gaat niet spoedig; niet zo opeens; het wordt erger en aldoor zwarter en duisterder, aldoor verschrikkelijker. God schijnt niet te willen horen, het is alsof Hij de mens verwerpen wilde met zijn gebed.
Dát heeft de dierbare Heere en Heiland ook ervaren. Want zo verschrikkelijk werd de angst bij Hem dat Zijn zweet werd gelijk grote druppelen bloeds, die op de aarde afliepen. De aarde dronk Zijn heilige bloed. U heeft nog geen bloed getranspireerd. Welke angst is de angst der hel, van de toorn van God! Welke angst heeft Hij voor ons doorgemaakt! Zo heeft Hij hier in deze hof alles weer hersteld wat wij ginds in de hof van het paradijs bedorven hebben. In deze hof heeft Hij het door Zijn strijd verworven dat het waar zal worden: zij zullen de eeuwige dood niet zien. Hij heeft het door Zijn worstelen verkregen dat wij vol vreugde de drinkbeker des heils kunnen opnemen. Hij is immers opgestaan uit de doden, dat Hij niet in het graf is blijven liggen, maar verhoogd is; niet voor Zichzelf; ja, toch voor Zichzelf, maar als onze Borg en Plaatsbekleder, als Middelaar Gods en der mensen, van u en van mij.
Dr. H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Schriftverklaringen”, 1965)