Clark tevreden over getuigenis
De Amerikaanse Democratische presidentskandidaat Wesley Clark heeft dinsdag zijn getuigenis in de zaak tegen Slobodan Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal afgerond.
Clark werd twee dagen lang achter gesloten deuren gehoord. Een (gecensureerd) verslag van zijn getuigenis zal later deze week openbaar worden gemaakt.
Voor de voormalige NAVO-bevelhebber was het een „bevredigende ervaring”, zo verklaarde hij na afloop tegenover de pers op het Churchillplein voor het Joegoslavië-tribunaal.
Clark denkt dat door zijn getuigenis voor de rechters duidelijker kan zijn geworden wat de intenties van Milosevic waren, hoe hij leidinggaf en dat hij wist wat voor misdaden werden gepleegd in de Balkanoorlogen in de jaren ’90. In het proces tegen de ex-president van achtereenvolgens Servië en Joegoslavië speelt het principe van de bevelsverantwoordelijkheid een belangrijke rol.
In zijn reactie verklaarde Clark dat hij onder meer heeft gesproken over de mogelijke betrokkenheid van Milosevic bij de slachting van moslims bij Srebrenica. Clark weigerde in te gaan op vragen of Milosevic in zijn ogen strafrechtelijk aansprakelijk gehouden kan worden voor de moord op de moslimmannen uit de door Nederlandse blauwhelmen beschermde VN-enclave.
Clark leidde in 1999 als NAVO-opperbevelhebber de luchtaanvallen in reactie op het Joegoslavische offensief in Kosovo. Medio jaren ’90 was hij als een van de strategen van het Amerikaanse leger betrokken bij de onderhandelingen met Milosevic over het beëindigen van de oorlog in Bosnië.
Volgens Clark gedroeg Milosevic zich in de rechtszaal net zoals toen hij nog president van Joegoslavië was. „Hij toonde dezelfde koppigheid en prikkelbaarheid die ik ken van de man, die volgens mij verantwoordelijk was voor een groot deel van het geweld na het uiteenvallen van Joegoslavië”, aldus Clark.
Het kruisverhoor was een „typische Milosevic-voorstelling”, aldus Clark. Hij herkende bij het weerzien na vier jaar bekende eigenschappen, zoals de koppigheid van de ex-president, met wie hij meer dan honderd uur heeft onderhandeld in de periode van 1995 tot 1999.
Pers en publiek krijgen pas later deze week een videoband van de getuigenis te zien. De Amerikaanse regering krijgt eerst nog de gelegenheid aan de rechters te vragen om erin te knippen, om redenen van nationale veiligheid.
Het hoofdstuk Srebrenica en de vraag wat Milosevic eventueel van tevoren wist van het op handen zijnde drama, is aangesproken. Maar op details van zijn getuigenis wilde Clark voor de publicatie niet ingaan.
Clark gaf, als NAVO-commandant in Europa, leiding aan de bombardementen van het bondgenootschap op Joegoslavië in 1999. Die waren bedoeld om Milosevic tot inbinden te dwingen en ervoor te zorgen dat een internationale vredesmacht Kosovo zou kunnen binnentrekken om de etnische Albanezen in de Servische provincie te beschermen.
Clark merkte op dat geen andere militaire commandant in de 20e eeuw zijn tegenstander zo goed van tevoren kon bestuderen als hij: Hij kende Milosevic, die „diplomatie en oorlogen vermengde” (Clark), al van het Bosnië-vredesoverleg in Dayton in 1995 en onderhandelde later, tot 1999, tal van keren met hem over de escalerende Kosovo-crisis.
De aanklacht die in 1999 werd uitgevaardigd, vond en vindt Clark een goede zaak. Het Servische volk wordt daardoor in staat gesteld collectieve schuldtoewijzingen te vermijden. Voor de slachtoffers wordt duidelijk dat de internationale gemeenschap om hen geeft. Clark: „Ik heb met zijn slachtoffers gesproken.”