Binnenland

Hennepplantage op zolder

Duizenden mensen houden een illegale hennepplantage. Wat beweegt de wietkweker? Een tipje van de sluier werd vrijdagmiddag opgelicht, tijdens een speciale hennepzitting bij de rechtbank in Arnhem.

J. Visscher

14 April 2014 21:54Gewijzigd op 15 November 2020 10:04
Hennepplantage in Made. beeld ANP
Hennepplantage in Made. beeld ANP

Kan Danny verantwoordelijk worden gehouden voor de wietplantage die de politie in de zomer van 2013 in Elst vindt? Die vraag hangt boven de eerste zaak van de zitting die deze vrijdagmiddag bij de Arnhemse rechtbank geheel in het teken staat van hennepteelt. Danny zelf is niet aanwezig in de rechtbank.

Voor aanklaagster S. Z. Wiarda staat het buiten kijf. Danny woonde op het adres waar de 320 hennepplanten op zolder in Elst zijn gevonden. Volgens de officier van justitie is er sprake van „bedrijfsmatige” teelt in de woning. „Dit is geen huis-tuin-en-keukenvlijt meer. Er zijn professionele lampen en klokken aangetroffen.” Er is voor krap 1600 euro aan elektriciteit gestolen. Feit is dat er in de badkamer op de eerste verdieping van de woning sigarettenpeuken zijn gevonden met daarop het DNA van Danny.

In de Elster hennepzaak staat nog een andere man terecht. Dat is Carlos. Hij zou de woning aan Danny, een sportschooltype, hebben verhuurd. Dat zou handje-contantje zijn gegaan: 1000 euro per maand. Toen Danny kennelijk zijn huur niet betaalde, kwam Carlos verhaal halen, in gezelschap van een slotenmaker. Dat is zo’n beetje het verhaal van Carlos, die in Amsterdam woont. Ook hij verschijnt niet ter zitting.

Bij de politie verklaarde Danny echter niet in de bewuste woning te hebben gewoond en geen huur te hebben betaald. Zeker is in ieder geval dat beide mannen eerder met de politie in aanraking kwamen in verband met drugs.

Tegen Danny eist officier van justitie Wiarda 120 uur werkstraf (of een celstraf van 60 dagen). Verder moet de man ruim 25.000 euro aan de staat betalen (een zogeheten ontnemingsvordering), wegens voordeel verkregen uit hennepteelt. Tegen Carlos eist de aanklaagster een boete van 750 euro.

Politierechter J. J. H. van Laethem spreekt beide mannen vrij. Dat er op sigarettenpeuken in de badkamer DNA van Danny is gevonden, wil nog niet zeggen dat hij de hennepplantage bestiert, vindt de rechter. „Een verdenking is onvoldoende.” Het maakt nogal wat uit wáár DNA wordt gevonden, beklemtoont de magistraat. „Als iemands DNA wordt gevonden op het glas van een raampje dat stuk is geslagen voor een inbraak, heeft die persoon wel wat uit te leggen. Als de peuken in de hennepkwekerij zelf waren gevonden, zou er sterker bewijs zijn.” De aanklaagster kan zich niet vinden in de beslissing van de politierechter en tekent meteen hoger beroep aan in beide zaken.

Warmtemetingen

Condens op de ruiten, verduisterde delen van een woning, verdachte warmtemetingen. In een huis in Dieren was het in 2013 niet pluis. Bij een inval worden 251 hennepplanten aangetroffen. Onder anderen de 32-jarige Tonnie staat ervoor terecht. Volgens de officier van justitie zijn er aanwijzingen dat er eerder hennep is geoogst in de woning. „Zoals kalkaanslag op watervaten.”

Tonnie zelf houdt het erop dat de oogsten allemaal zijn mislukt. Een foto van een kennelijk beschadigd watervat zou de magistraten ervan moeten overtuigen dat het allemaal niet zo lekker liep met de hennepteelt.

De aanklaagster eist een werkstraf van 100 uur (of 50 dagen celstraf) en een ontnemingsvordering van 12.000 euro. Volgens de advocaat van Tonnie heeft die „geen gewin” gehad van de hennepplantage. De advocaat benadrukt dat het een hele toer wordt voor Tonnie om dan de ontnemingsvordering te betalen.

De politierechter veroordeelt Tonnie tot 100 uur werkstraf. De ontnemingsvordering wordt gehalveerd. Hij moet de staat der Nederlanden 6000 euro betalen.

Ook in deze hennepzaak staat een tweede verdachte terecht. Dat is Jan, een man van middelbare leeftijd. Hij betrok de woning van de hennepplantage om die bewoonbaar te laten lijken. Jan woont ook in een caravan en hij zegt graag op het aanbod te zijn ingegaan om in de wintermaanden het huis te bewonen. Dat scheelde Jan heel wat aan stookkosten. Gesteggel is in er in de rechtszaal over de maanden waarin Jan de woning betrok. In ieder geval zegt Jan niets met de hennepkweek te maken te hebben. Feit is dat de man eerder al eens is veroordeeld voor hennepteelt, in die zaak is hoger beroep aangetekend.

De officier van justitie eist tegen Jan 80 uur werkstraf en een ontnemingsvordering van 12.000 euro. Jan is „door de wol geverfd” wat betreft hennepteelt.

Net als de aanklaagster neemt ook de rechter de ontkenning van Jan met een korreltje zout. Jan zit tot over z’n oren in de hennepteelt. De rechter stelt dat Tonnie „heeft verklaard dat Jan de stekken heeft geregeld en dat hij de verkoop zou regelen.” Jan krijgt een werkstraf van 80 uur en moet de staat 6000 euro betalen.

Brand

Een op Curaçao geboren man van rond de vijftig verheelt niet dat hij een hennepplantage in zijn woning in Arnhem heeft gerund. „Ik ben schuldig. Doe maar. Klaar.” Bij de politie verklaarde de hennepteler 3500 te hebben verdiend met zijn plantage.

In onder meer slaapkamers werden bij de man zo’n 160 planten aangetroffen. Erg deugdelijk lijkt het er niet te hebben uitgezien. De verdachte verklaart dat hij een keer door een vloer van gipsplaten is gezakt.

Wat de zaak nog beroerder maakt: er brak brand uit in de wietplantage. „Het was heel moeilijk. Er was een klein beetje brand”, zegt de man uit Curaçao („ik heb alleen maar stress”). De officier van justitie wijst hem terecht: „Het was een ernstige brand.” De aanklaagster verwijt de man onder meer dat hij de levens van anderen in gevaar heeft gebracht. „Dat is vrij ernstig.” Politie en brandweer moesten omwonenden evacueren. Een gehandicapte buurvrouw werd in haar rolstoel gezet.

Uit een reclasseringsrapport blijkt dat de verdachte zowel een schulden- als een alcoholprobleem heeft. De rechter: „Ze zeggen dat u niet met geld kunt omgaan.” De officier van justitie: „U verveelt zich. Ik maak me zorgen dat u weer een hennepplantage begint.” De man staat op de nominatie om aan het werk te gaan in een sociale werkplaats. De politierechter veroordeelt de Arnhemmer tot 240 uur werkstraf, waarvan 120 uur voorwaardelijk. Een van de voorwaarden is dat hij moet meehelpen aan schuldsanering. Verder moet de wietteler ruim 2100 euro aan de staat betalen. „Ik vind het niet eerlijk”, laat de veroordeelde weten.

Schulden

Met een plastic tasje komt zzp’er Gerardus (37), vader van enkele jonge kinderen, de rechtszaal in Arnhem binnen. „Dit is mijn tasje met schulden.” Gerardus groef thuis in Velddriel een kruipruimte uit om daar een hennepplantage aan te leggen. Er werden 120 planten aangetroffen. De politie kwam de kwekerij op het spoor na een melding bij Meld Misdaad Anoniem.

De zzp’er verhaalt hoe zijn inkomen in de bouw kelderde en dat hij van plan was om met de wietteelt wat te verdienen. Zelf zegt de man „geen rode cent” te hebben verdiend aan de handel in het groene goud. „Ik heb verlies gedraaid. Ik heb spullen moeten kopen. Er is nooit een oogst gekomen.”

De politierechter vindt het „niet aannemelijk” dat er geen eerdere oogst is geweest. De magistraat wijst erop dat er lege voedingsflessen zijn gevonden. De man uit Velddriel wordt veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur. Verder moet hij ruim 6000 euro aan de staat betalen.

Ook de 41-jarige metgezellin van Gerardus staat terecht. Zij bevond zich, samen met kleine kinderen, in de woning waar de ondergrondse kwekerij werd gevonden. Zelf zegt de vrouw niets te hebben gemerkt van de illegale praktijken, „al klinkt dat raar.” „Ik ben heel druk met de kindjes.”

De rechter noemt haar verhaal „ongeloofwaardig.” Hij wijst erop dat ze toch wel wat gemerkt moet hebben van Gerardus’ gesjouw met zand. Wegens gebrek aan bewijs spreekt de rechter de vrouw echter vrij.


„Dit waren kruimeldieven”

„Dit waren de kruimeldieven”, aldus officier van justitie S. Z. Wiarda vrijdagmiddag na afloop van de themazitting over hennepteelt bij de rechtbank in Arnhem. Ze stelt dat mensen om financiële redenen een wietkwekerij beginnen. Het kost „meer inspanningen” van de politie om de grotere vissen te pakken te krijgen, zegt Wiarda.

Is het gevecht tegen hennepkwekerijen dweilen met de kraan open? Wiarda: „Ja en nee. Je ziet telkens weer dat mensen een wietkwekerij beginnen, maar we zetten ook politiecapaciteit in om het probleem aan te pakken.”

Teelt van en handel in hennep zijn een „wezenlijk onderdeel van de georganiseerde criminaliteit”, meldt het openbaar ministerie Oost-Nederland. „Niet zelden gaat het exploiteren van een kwekerij samen met zware criminaliteit, waaronder ripdeals (beroving) en afrekeningen.”

De strijd tegen wietteelt vergt een gezamenlijke aanpak, benadrukt het OM. Daarbij dienen onder meer politie, OM, gemeenten, Belastingdienst, netbeheerders en woningbouwverenigingen de handen ineen te slaan.

Nederland telt naar schatting 30.000 illegale hennepkwekerijen. De afgelopen vijf jaar zijn ongeveer 25.000 plantages opgerold. Er wordt jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s stroom gestolen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer