Italië belangrijkere handelspartner dan Duitsland
DEN HAAG. Niet Duitsland, maar Italië blijkt het land te zijn waaraan de BV Nederland het meeste geld verdient.
Dat blijkt uit de Internationaliseringsmonitor 2014, die vandaag door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gepresenteerd en die de handelsstromen tussen Nederland en andere landen uitpluist.
Waar de handel met Italië ons land in 2009 (het laatste jaar waarvoor inzichtgevende cijfers bekend zijn) maar liefst 6,9 miljard euro opleverde, werd aan de handel met Duitsland ‘slechts’ 4,1 miljard euro verdiend. Ook aan de handel met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk wordt door Nederland per saldo meer verdiend dan aan de handel met Duitsland.
Het CBS komt tot deze opmerkelijke conclusies door zich niet simpelweg te focussen op de omvang van de handelsstromen tussen Nederland en andere landen, maar door (met behulp van cijfers die de toegevoegde waarde van de handel tonen) te bezien wat die handel Nederland onder de streep daadwerkelijk oplevert.
De reguliere handelsstromen vertroebelen dit beeld, onder meer omdat Nederland vanwege zijn ligging een belangrijk doorvoerland is van goederen die hier niet zijn gemaakt, maar slechts even worden opgeslagen of licht worden bewerkt voordat ze worden doorgestuurd naar een ander land.
Die zogenoemde wederuitvoer maakt weliswaar een steeds groter deel uit van de totale Nederlandse export (ongeveer de helft), maar aan de uitvoer van deze goederen wordt fors minder verdiend dan aan de export van producten die wel in Nederland zijn gefabriceerd. Per euro levert de uitvoer van eigen goederen 54 eurocent op, terwijl dit bij de wederuitvoer blijft steken op slechts 8 eurocent. Hoewel er in zijn totaliteit dus wel degelijk meer goederen en diensten richting onze oosterburen gaan dan naar Italië, levert de handel met Italië Nederland op die manier toch meer op.
Het grote handelsoverschot met Italië is niettemin opvallend. Volgens het CBS komt dit enerzijds door de relatief hoge waarde van goederen die naar het Zuid-Europese land worden uitgevoerd. Daarbij gaat het voornamelijk om machines en vervoermaterieel, chemische producten en voedings- en levensmiddelen. Andersom importeert Nederland vanuit Italië juist relatief weinig producten. De handel met Italië is dus vooral eenrichtingsverkeer.
De publicatie werpt ook een ander licht op de in Europa aanzwengelende discussie over het grote Nederlandse handelsoverschot, wat inhoudt dat ons land fors (circa 51 miljard euro) meer goederen exporteert dan importeert. De Europese Commissie acht dergelijke grote overschotten niet wenselijk en wil dat landen als Nederland en Duitsland de consumptie stimuleren, zodat er meer goederen van over de grens worden gekocht. Het CBS stelt nu echter dat het Nederlandse handelsoverschot zeer sterk wordt vertekend door de wederuitvoer.