Commentaar: China en zijn buren kennen ook ‘Oekraïnecrises’
Terwijl regeringleiders en burgers in Europa het maar niet wordt gegund om opgelucht adem te halen over Oekraïne, is het goed om ook een ander deel van de wereld in de gaten te houden: Oost-Azië, waar soortgelijke ontwikkelingen al langer aan de gang zijn en waar China en zijn buurlanden de hoofdrol spelen.
Vooral de relatie tussen China en Japan is zorgelijk en is zeker geen ver-van-mijn-bed-show, zoals in Europa vaak ietwat smalend wordt gezegd.
Weliswaar is daar nu nog geen sprake van regelrechte annexatie van gebieden (zoals wel is gebeurd in Oekraïne), enkele parallellen met Rusland zijn frappant.
Zo is er ook daar sprake van territoriale claims door een grootmacht. China maakt aanspraak op enkele eilandjes in de zee ten oosten en zuidoosten van het Chinese vasteland. Voor landen in de directe omgeving –Filipijnen, Vietnam, Japan, Taiwan– s die claim uiterst bedreigend en is die symbolisch voor de ruimte die de Chinese buurman voor zichzelf opeist.
Het gekissebis om enkele eilanden is inmiddels ontaard in een riskant kat-en-muisspel tussen de marine en de luchtmacht van de verschillende landen. Een spel dat zomaar onbedoeld kan escaleren in een gewapende confrontatie.
Een andere parallel is dat ook hier een grootmacht zijn verantwoordelijkheid voor onderdanen ruimer neemt dan die binnen de eigen landsgrenzen. Vanouds vat Peking het Chinese rijk immers op als een etnisch-culturele eenheid waarbinnen ook etnische Chinezen in andere landen vallen. Waartoe zo’n opvatting –maar dan als Russische variant– kan leiden weten ze in Oekraïne inmiddels maar al te goed.
En dan is er nog de terugval in oude controverses die maakt dat een pragmatische oplossing een stuk lastiger wordt. Zo wordt tussen Rusland en het Westen het Koude Oorlogsdenken weer nieuw leven ingeblazen; in Oost-Azië gebeurt dat met oud zeer uit de Tweede Wereldoorlog.
Op dit punt spitst met name de controverse rond China en Japan zich toe. Aan beide zijden worden zelfs oude wonden uit die periode doelbewust weer opengehaald. Zo wordt in Japan de roep om „een minder zwarte kijk” op het eigen oorlogsverleden luider. Al langer baart die trend Japans buren zorgen: eind jaren 70 van de vorige eeuw werden de namen van 1068 oorlogsmisdadigers toegevoegd aan het oorlogsmonument annex heiligdom Yasukuni in Tokio.
Van Chinese kant wordt ook flink gestookt. Zo keurde het Chinese Volkscongres eerder dit jaar de introductie goed van twee officiële herdenkingsdagen: één rond de slachtoffers van „de Japanse massamoorden” in Nanking in 1937 en één rond de Chinese overwinning op „de Japanse agressor.”
Het is vooral deze van bovenaf georkestreerde verkettering van de ander die maakt dat de relatie tussen China en Japan problematisch begint te worden en die er volgens waarnemers voor zorgt dat een gewapend conflict op langere termijn onvermijdelijk is.
Een buitengewoon zorgwekkend perspectief. En als het daarvan komt zal ook Europa ontdekken dat China en Japan dichterbij liggen dan altijd is gedacht.