De Joden, die in Canada hun eigen rabbijnse rechtbanken hebben, zijn daarbij hun voorbeeld. Het onlangs opgerichte Islamic Institute of Civil Justice zegt plannen te hebben om comités samen te stellen die als scheidsrechter kunnen fungeren in huwelijksconflicten en andere burgerlijke overeenkomsten binnen de moslimgemeenschap die zijn misgelopen. De uitspraken van deze comités zullen vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan een Canadese rechtbank.

Canada nam onlangs een wet aan die het onmogelijk maakt om over de uitspraak van zo’n bemiddelingscomité in hoger beroep te gaan. Veel Canadese provincies laten nu al toe dat conflicten door bemiddelingscomités -religieus of niet- worden opgelost, om zodoende de werkdruk van de normale rechtbanken te verlichten.

De initiatiefnemers erkennen dat hun plannen voor eigen sharia-comités niet door iedereen verwelkomd zullen worden. „Maar het heeft niets te maken met stenigen”, zegt Husain Bhayat, een gepensioneerd onderwijzer die hielp met de oprichting van het IsIamic Institute of Civil Justice, nu twee maanden geleden. Volgens hem gaat het om bemiddeling in civiele zaken; niet in criminale zaken: die blijven de verantwoordelijkheid van het Canadese rechtssysteem. „Deze werkwijze zal tijd en geld besparen en op deze manier hoeft een familie niet te lijden onder een langslepend proces.”

Critici vragen zich af hoe ver de islamitische rechtbanken zullen gaan in hun vonnissen en zij menen dat het Islamic Institute beter geen wettelijke autoriteit kan krijgen. De sharia-wetgeving staat bekend om haar extreme straffen en om de ongelijke behandeling van de vrouw.

De International Humanistic and Ethical Union zegt te vrezen dat erkenning van de sharia in Canada ertoe zou kunnen leiden dat ook andere landen deze islamitische wetgeving gaan erkennen.