Dogmatiek is onmisbaar voor het geloofsleven
Titel:
”Woorden schieten tekort. Het christelijk geloof tussen dogma’s en dogmatiek”
Auteur: drs. J. H. Schrijver
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003
ISBN 90 435 0718 0
Pagina’s: 76
Prijs: € 8,95. Woorden schieten tekort… Dat gevoel overkwam me nog niet zo lang geleden toen een belijdeniscatechisant aan me vroeg: „Dominee, is het wel zo verstandig om je vandaag in de kerk nog met dogmatiek bezig te houden? Dat geeft toch alleen maar meer verwarring, in alle discussies die er gaande zijn.” Een begrijpelijke vraag, maar wel een vraag die een antwoord nodig heeft.
Onder de titel ”Woorden schieten tekort. Het christelijk geloof tussen dogma’s en dogmatiek” verscheen het derde deel in een serie die nu vijf titels telt en die bedoeld is om de waarde van het gereformeerd belijden voor onze tijd te laten zien. Deze studies in de reeks ”Gereformeerd Belijden” verschijnen onder verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Dogmatisch geloven. Nee, moderne mensen hebben er niet veel mee op. Die term ademt een autoritair klimaat. In zo’n soort geloof zouden je visies worden opgelegd en dat betekent schending van de autonomie. Zo’n houding is niet alleen in de wereld terug te vinden, maar gaat ook op voor mensen van de kerk. Ook in orthodoxe kerken zijn leerdiensten -helaas- niet altijd meer in trek. „De gangbare opvatting is: niet moeilijk doen, niet te diep op het geloof ingaan, gewoon geloven. Geloven is vooral iets van het gevoel” (blz. 23).
Terecht wijst de auteur, drs. J. H. Schrijver, erop dat -van welke kant je het geloof ook benadert en op welke manier je er ook invulling aan wilt geven- het zonder dogmatisch geloven niet gaat (blz. 31). Wanneer we dogmatisch geen rechte kennis van God hebben, de onderdelen van het geloof dogmatisch niet in een rechte samenhang zien en deze als totaliteit niet helder belijden gaan we óf de mist in óf krijgen we een theologie die zich op één punt concentreert. Dan valt het geheel van het christelijk geloof uit elkaar en gaan christenen zich beperken tot een deelwaarheid (blz. 31).
Dit zijn de kerngedachten in deze studie. Er wordt een duidelijke lijn getrokken vanuit de vroegchristelijke kerk -met name vanuit de persoon Augustinus- naar de Reformatie en de Nadere Reformatie. Dit gebeurt in samenhang met de verschillende belijdenissen die dogmatisch ook voor de kerk van vandaag niets aan actualiteit verloren hebben.
Terecht stelt de auteur vast dat het geheel van klassiek-gereformeerde leerstukken zo goed als afgerond is. Wie zal hier nog iets nieuws te berde brengen? Herhaling is het enige dat rest, of anders verdediging en consolidatie (blz. 17). Waarvan akte!
Deze beslist niet oppervlakkige studie vraagt nogal wat inspanning van de doorsnee lezer en is de moeite waard om te doordenken. Het boekje heeft na ieder hoofdstuk een aantal gespreksvragen en is dan ook bedoeld om in verenigingsverband te worden behandeld en besproken.
Bij de aanbevolen literatuur miste ik node ”De gereformeerde dogmatiek, voor de gemeenten toegelicht” van ds. G. H. Kersten. Dit werk hoorde ik ooit door een dogmaticus uit Korea als een van de beste handleidingen noemen.
Moge deze studie bijdragen tot een geloofsverdieping door de Heilige Geest te midden van veel kerkelijke oppervlakkigheid.