Van der Goot had de adviseur van de Hoge Raad gevraagd om drie getuigen te ondervragen. Hij maakte daarmee als eerste gebruik van de wet die het sinds oktober 2012 mogelijk maakt om een nader onderzoek te laten instellen, naar mogelijkheden voor het indienen van een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad.

Aben concludeert echter dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van een reden voor herziening. Hij vindt het zeer onwaarschijnlijk dat de drie gevraagde getuigenverhoren zulke nieuwe informatie oplevert, dat de rechter heel anders zou hebben geoordeeld dan nu het geval is.

De raadsman noemt het bewijs op basis waarvan zijn cliënt tot de zwaarste mogelijke straf is veroordeeld, fragiel. Levenslang is in Nederland ook daadwerkelijk levenslang. Van der Goot stelt dat het er in de kern op neerkomt dat S. hiervoor is veroordeeld op basis van één enkele getuige.

Meesters werd destijds in de deuropening van zijn woning met zeven kogels vermoord. S. zou lid zijn geweest van een internationaal opererende drugsbende, die op zoek was naar de zus van de leraar.

Van der Goot reageert teleurgesteld op het besluit van Aben. „Er wordt ondanks de wankele bewijsvoering en hardnekkige ontkenning door cliënt, niet eens een poging ondernomen om te bezien of de veroordeling terecht is”, reageert hij. „Dat klemt te meer nu aan S. de ultieme sanctie levenslang is opgelegd. Dat betekent in Nederland normaal gesproken dat hij tot zijn overlijden in de cel blijft.”

Toen S. 19 was, kreeg hij in Engeland al eens levenslang opgelegd voor moord. Hij ontsnapte en vluchtte naar het Europese vasteland.