COGG-conferentie: Eerlijk zijn over eigen leesbril Schrift
PUTTEN. „Laten we eerlijk zijn over onze bril bij het lezen van de Schrift en niet op voorhand claimen dat onze interpretatie samenvalt met Gods Woord.” Dat advies gaf prof. dr. J. Hoek donderdag in Putten op een conferentie van het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) over hermeneutiek: ”Hoe lezen we de Bijbel?”
De bijeenkomst, die zeer druk werd bezocht, was mede georganiseerd naar aanleiding van de rapporten ”Mannen en vrouwen in dienst van het Evangelie” –2014– van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en het visiedocument ”Homoseksualiteit en homoseksuele relaties” –2013– van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
Prof. Hoek, hoogleraar in Groningen, stelde dat een ‘eenvoudig’ beroep op een Bijbeltekst niet het einde van het debat is. „Nee, dan begint het gesprek bij een open Bijbel pas.” De noodzaak van hermeneutische bezinning moet ons echter niet blind maken voor de gevaren van willekeur en vrijblijvendheid, ontkenning van een objectieve betekenis van de tekst, zo zei hij.
De Reformatie was overtuigd van de helderheid of doorzichtigheid van de Schrift, aldus prof. Hoek, maar het gaat dan niet om de doorzichtigheid van een doorzonwoning. „Zij is niet de helderheid van pasklare antwoorden en recepten. Zij betekent wél dat we vertrouwen mogen hebben in de blijvende actualiteit van het Woord. Het kan niet anders of voortgaande studie zal telkens voor nieuwe vragen stellen.”
Die vragen en verlegenheden behoeft niemand te verdoezelen of weg te moffelen, gaf de hoogleraar aan. „Het is beter een vurig gesprek te houden dan een ondergrondse veenbrand te laten voortwoekeren. We zijn er niet met een rechtzinnige Bijbelbeschouwing, een misschien hecht doortimmerde theorie over de geïnspireerdheid van de Bijbel. Het gaat erom dat we echt leren leven mét en úít en ín het Woord.”
Dr. Hans Burger, docent aan de (vrijgemaakte) Theologische Universiteit in Kampen, stelde dat de klassieke positie ten aanzien van de vrouw in het ambt het beroep op de schepping uitlicht en zo een dominant en tijdloos karakter geeft. De theoloog benadrukte de gezamenlijke opbouw van het Lichaam van Christus. „Enerzijds is de nadruk op gelijkheid van man en vrouw doorgeschoten, anderzijds is de gegroeide gelijkheid van man en vrouw ook positief te waarderen als effect van Galaten 3:28, de eenheid in Christus.”
De schepping vertoont een zekere „plasticiteit”, aldus Burger: vormen veranderen met de tijd. Daarin werkt volgens hem een „dynamiek” van enerzijds zonde en vloek, en anderzijds genade en zegen. „Zou het mogelijk zijn dat er binnen Gods schepping in Christus ruimte kan groeien voor vrouwelijke ouderlingen en predikanten? Waarom niet? Kunnen we werkelijk zeggen dat het de wil van God is dat vrouwen hun gaven niet in kunnen zetten in onderwijs aan mannen, in een preek, in het geven van leiding, in een kerkelijk ambt?”
Burger is niet van mening dat er vrouwelijke ouderlingen en predikanten móéten komen, zo zei hij tijdens de discussie, maar hij houdt het wel voor „mogelijk.” Kerk en samenleving kunnen niet van elkaar gescheiden worden. „Ik houd het voor mogelijk dat het Evangelie zo doorwerkt dat er ruimte komt voor vrouwelijke ouderlingen en predikanten.”
Dr. A. Huijgen, docent aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn, wilde niet zo ver gaan. „De kerk is wel een voorteken van het nieuwe Koninkrijk, maar ik ben er huiverig voor om die als een proeftuin te zien. De kerk is niet de samenleving. Daarom had de SGP eerder een stap moeten zetten aangaande het standpunt van de vrouw.”
Vragen stelde de universitair docent bij de voorrang die het rapport van de gereformeerd-vrijgemaakte deputaten verleent aan de context van de huidige cultuur boven de context van de Schrift. „Is het voor ons gewoon niet té aanstootgevend om geen vrouwelijke ambtsdragers te hebben?”
Hij constateerde een alles-of-nietsbenadering in het rapport: alle ambten open of geen ambten open voor vrouwen. De Bijbel spreekt over twee lijnen, die dr. Huijgen naast elkaar wil laten staan. „Paulus schrijft over vrouwen die profeteren en daarbij hun hoofd moeten bedekken én zegt dat de vrouw moet zwijgen in de gemeente. De sterkste oplossing lijkt me die waarin we zowel aan de beruchte zwijgteksten recht doen, als aan de teksten over vrouwen die bidden en profeteren. Liever langer luisteren lijkt dan het devies.”
Het CGK-rapport over homoseksualiteit verdient volgens hem bestudering. „Ik kom verrassend veel mensen tegen die grote kritiek hebben op het rapport maar dat niet hebben gelezen. Daarmee doet men het rapport onrecht aan. We staan hier als kerken echt samen voor. Laten we samen die uitdaging ook aangaan.”