Slob (CU): Christen moet ex-gevangene niet opgeven
HAARLEM. Christenen moeten als „reflectoren van Gods liefde” een bijdrage leveren aan de terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving. „Om daarmee uit te dragen: Wij geven nooit iemand op.”
Dat zei fractievoorzitter Slob van de ChristenUnie in de Tweede Kamer donderdagmiddag in een lezing op een symposium ter gelegenheid van het afscheid van justitiepredikant R. Knol. De bijeenkomst werd gehouden in een overvolle Oosterkerk in Haarlem en ging over ”de bronnen van recht en de noodzaak van herstellende gemeenschappen”.
Slob richtte zich in zijn referaat op de rol van kerk en politiek bij de terugkeer van ex-gevangenen in de maatschappij. Een onderwerp dat veel emoties oproept, merkt de politicus. Hij noemde de recente commotie rond de vestiging van ex-gedetineerde Benno L. in Leiden. In het christelijke dorp Bunschoten-Spakenburg werd deze week een huis beklad waar een veroordeelde pedofiel zou gaan wonen. „De boodschap was duidelijk: Dit willen wij niet. Hoe gaan wij om met gebrokenheid in de samenleving?”
De participatiesamenleving biedt kansen voor kerken als het gaat om de opvang van ex-gedetineerden, meent Slob. „Kijk naar het voorbeeld van ds. A. Alblas in Leiden. Hij leverde vrijwilligers aan om Benno L. te begeleiden. Het is een kerntaak van de kerk om op te komen voor kwetsbaren in de samenleving.”
Christenen moeten zich daarbij niet uit het veld laten slaan door de terugloop in de kerk. „De bekende Britse theoloog John Stott riep christenen op om de slotbrug te laten zakken, uit hun kasteel te komen en de samenleving in te gaan. Daar sluit ik me bij aan. Wees actief op de plek waar je woont, waar je werkt. Om als reflectoren van Gods liefde een bijdrage te leveren aan moeilijke vraagstukken in de maatschappij, zoals de terugkeer van Benno L.”
Met een dergelijke houding kunnen christenen uitdragen: wij geven nooit iemand op, gaf Slob aan. „Geen prostituees, geen Marokkaanse boefjes, geen gedetineerden. Elk mens is een beelddrager van God. Na het uitzitten van iemands straf zetten we geen punt, maar volgt een fase van herstel. Daarin spelen justitiepredikanten een belangrijke rol.”
Hij waarschuwde christenen voor cynisme en moedeloosheid. „Het kan helpen om te kijken naar mensen uit het verleden die ergens voor stonden, zoals de Engelse parlementariër uit de achttiende eeuw William Wilberforce. Hij was ervan overtuigd dat slavernij in strijd was met Gods bedoeling met mensen. Hij werd weggehoond om zijn opvattingen, maar zette door. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat de slavernij is afgeschaft.”
Doodstraf
Dr. H. Veldhuis, predikant van de protestantse gemeente in Culemborg, hield een lezing over de vraag ”Is verzoening mogelijk?” „Wanneer politiek en overheid niet meer geloven in verzoening, herstel en re-integratie, dan krijgt het strafrecht een duister perspectief. Dan moet je daders voor altijd opsluiten. Dan is de doodstraf een serieuze mogelijkheid.”
Herstel en verzoening kunnen alleen plaatsvinden als vrije mensen elkaar weer een nieuwe kans geven, betoogde hij. „Ik denk daarbij niet alleen aan verzoening met slachtoffers, maar om te beginnen met een deel van de samenleving waar de ex-gedetineerde welkom is. Als we het geloof in verzoening verliezen, kan een samenleving niet genezen.”
Justitiepastores proberen de kernwaarden van ons recht hoog te houden, stelde ds. Veldhuis. „Dat is niet altijd eenvoudig. De mogelijkheid van verzoening en herstel wordt vaak bezien met cynisme, sowieso in het geval van moordenaars en pedofielen. Het is zo’n onwaarschijnlijke optie, dat we die steeds weer moeten leren van God Zelf.”
In een slotwoord gaf Roel Knol een terugblik op zijn werk als justitiepredikant, dat hij 31 jaar heeft gedaan. „Mijn intentie bij mijn werk in de gevangenis is altijd geweest: als jij mij tegenstaat, mag het daar niet stoppen. Daarmee sta ik voluit in de christelijke traditie van ”heb uw vijanden lief”. Uiteindelijk heb je dan ook jezelf lief, want de vijand, die zit in jezelf.”