De Johannes Vermeer Prijs is de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, door de regering in 2009 ingesteld om uitzonderlijk artistiek talent te eren en verder te stimuleren. De prijs bestaat uit een bedrag van 100.000 euro, dat vooral bestemd is voor de realisatie van een speciaal project.

Irma Boom (1960) begon haar carrière bij de Staatsuitgeverij en Drukkerij in Den Haag. In 1991 richtte zij Irma Boom Office op. Haar reeks bijzondere boekprojecten begon met een opdracht van ondernemer Paul Fentener van Vlissingen om een jubileumboek te maken voor zijn bedrijf SHV. De jury: „Daarmee zette zij een standaard voor boekontwerpen die inmiddels internationaal wordt geroemd en die haar sindsdien een ononderbroken stroom opdrachten heeft bezorgd, nationaal en internationaal.”

Door haar redactionele inbreng is elk boek uniek, luidt het oordeel van de jury. „Het zijn kleine of grotere kunstobjecten die tot lezen verleiden en verwonderen.”

Behalve boeken heeft Boom ook postzegels, herdenkingsmunten, jaarverslagen, affiches, logo’s en complete huisstijlen ontworpen, zoals die van het vernieuwde Rijksmuseum in Amsterdam. De ontwerpster geeft lezingen en geeft al 22 jaar les aan de Yale University in de Verenigde Staten. Haar werk is opgenomen in collecties van vooraanstaande musea als het Museum of Modern Art (MoMa) in New York en het Centre Pompidou in Parijs.

Oud-minister Ernst Hirsch Ballin was dit jaar de voorzitter van de jury. Eerdere winnaars van de Johannes Vermeer Prijs zijn onder anderen architect Rem Koolhaas, fotograaf Erwin Olaf, regisseur Alex van Warmerdam en kunstenares Marlene Dumas.