Visstand Waddenzee enorm achteruit
HARLINGEN (ANP). De visstand in de Waddenzee is de afgelopen 50 jaar flink achteruitgegaan. Van schol tot tong en van paling tot harder is het aantal vissen in de zee „nog maar een fractie van wat het in de jaren 60 was”, meldt de Waddenvereniging donderdag.
De natuurorganisatie dook in cijfers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), dat al bijna 50 jaar de visstand vaststelt met een fuik bij de kop van Texel. „In de jaren 60 zaten er bijvoorbeeld nog 20 palingen per dag in de fuik, maar nu moet je blij zijn als dat er één in 10 dagen is”, aldus marien bioloog Wouter van der Heij van de Waddenvereniging. De diklipharder, die vroeger nog 6 keer per dag werd gevangen, ging terug naar één per dag.
Slechts enkele vispopulaties zijn de afgelopen decennia groter geworden. „De Waddenzee is een paar graden opgewarmd en de zeebaars wil daar bijvoorbeeld wel graag in zwemmen”, weet Van der Heij. De oorzaak van de algemene daling is niet helemaal duidelijk. Het zou door overbevissing, het warmere zeewater of het afsluiten van het IJsselmeer kunnen komen, maar ook bijvoorbeeld door het opzuigen en elders opspuiten van zand.
De Waddenvereniging, het NIOZ en Sportvisserij Nederland publiceerden alle gegevens op de donderdag gelanceerde website Waddenzeevismonitor.nl. „Het mooie is dat de fuik al zo lang wordt gebruikt. De meeste andere onderzoeken hebben niet zo’n lange duur”, zegt de bioloog. Dankzij de site zijn de cijfers nu voor het eerst voor iedereen toegankelijk.