Volgens het OM heeft het zevental op schaamteloze wijze geprofiteerd van de uitzichtloze situatie waarin de vrouwen in eigen land verkeerden. „Ze waren gewoon handelswaar”, zegt justitie.

Dat de vrouwen in sommige gevallen wisten dat ze in Nederland als sekswerker aan de slag zouden gaan, doet daar volgens de aanklager niets aan af. „Wat zij niet beseften, is dat ze al hun verdiende geld moesten inleveren. Dat ze zouden worden beledigd, bedreigd, vernederd en geslagen. Dat ze zouden worden gedwongen borstimplantaten te nemen, hun paspoorten af te staan en nog niet de deur uit mochten om een pakje sigaretten te halen.”

Van de zeven mannen die deze week wegens mensenhandel terechtstaan, opereerden er volgens het OM zes in crimineel georganiseerd verband. Het onderzoek tegen de bende kwam in mei 2011 op gang, toen een van de slachtoffers in een gesprek met een belastinginspecteur een briefje overlegde waarin ze om hulp vroeg.

Het opsporingsteam kreeg in maart vorig jaar nieuwe aanknopingspunten na een grote controleactie op de Alkmaarse Achterdam, toen ook andere vrouwen bereid bleken uit de school te klappen.

Vier van de vrouwen die zeggen te zijn uitgebuit, claimen alsnog het geld dat zij moesten inleveren. Zij willen aan misgelopen inkomsten bij elkaar bijna een half miljoen euro van de verdachten zien. Daar komt nog eens ruim 50.000 euro aan smartengeld bovenop. Apart van die vordering wil het OM de mannen hun criminele winsten ontnemen.

De zaak tegen de Roemeense verdachten duurt nog de hele week. De uitspraak is 28 april.