Bush heeft tot nu geweigerd in het openbaar te zeggen of hij de doodstraf voor Saddam zou steunen, maar het was wel duidelijk dat hij de harde lijn aanhangt. Hoge Amerikaanse functionarissen hebben al aangegeven dat Washington geen bezwaar zou maken als de executie van Saddam zou worden bevolen.

Bush’ uitspraken in het interview kunnen de internationale verhoudingen over Irak weer op scherp zetten. Verscheidene landen en VN–secretaris–generaal Kofi Annan hebben zich al tegen de doodstraf voor de gevangen dictator uitgesproken.

Bush benadrukte in het interview wel dat het aan de Iraki’s is om over Saddams straf te beslissen.

De president verwierp dat er een verschil bestaat tussen het bezit van massavernietigingswapens en pogingen om dergelijke wapens in handen te krijgen. „Wat is het verschil?" vroeg Bush. „Als hij wapens had bemachtigd, was hij een gevaar geweest. Een grotere dreiging is na 11 september een dreiging waaraan wat gedaan moet worden, en het werd gedaan na twaalf lange jaren waarin de wereld zei dat die man een gevaar was." De Amerikaanse regering heeft er in de aanloop naar de oorlog steeds op gehamerd dat Saddam massavernietigingswapens bezat. In het interview verwees Bush echter alleen naar „de mogelijkheid dat hij wapens kon verwerven". „Er is geen twijfel dat Saddam Hussein een dreiging vormde. Anders zouden de Verenigde Naties toch niet resolutie na resolutie na resolutie hebben aanvaard met de eis dat hij zou ontwapenen."