Illustratief voor dit gevoel is een motie die dinsdag de steun kreeg van een meerderheid in de Kamer. Die motie vraagt het kabinet te onderzoeken of de recente ontwikkelingen in Turkije „voor de lidstaten aanleiding zijn om hun positie ten aanzien van de toetredingsonderhandelingen te herzien”.

Het is een „eerste signaal” van de Kamer dat het kabinet moet gaan kijken of de toetreding van Turkije niet moet worden heroverwogen, zegt Gert-Jan Segers van de ChristenUnie. Het is nu een „doodlopende weg”. Hij vindt dat Turkije een bevoorrecht partnerschap moet worden aangeboden.

Segers diende de motie in en kreeg onder meer steun van coalitiepartner VVD. Het liberale Kamerlid Mark Verheijen ziet de steun eveneens als een signaal aan de Turkse regering dat ze niet zonder consequenties kan doorgaan met het onderdrukken van de burgerlijke vrijheden.

Steun voor de motie betekent trouwens niet dat de VVD de toetredingsgesprekken wil stoppen. „Eenzijdig stoppen schaadt de Nederlandse belangen”, stelt Verheijen.

Ook andere traditionele voorstanders van de Turkse toetreding staan steeds kritischer tegenover een toekomst van Turkije binnen de EU. Zo ziet het CDA niks meer in de toetredingsonderhandelingen. Net als de ChristenUnie wil de partij de Turken een ander samenwerkingsverband voorstellen.

Minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken) liet eerder weten de afspraken met de regering in Ankara na te komen. Als Turkije de criteria nakomt, mag het lid van de Unie worden. Hij vindt wel dat er gesneden moet worden in het geld dat Turkije vanuit Brussel krijgt als het doorgaat op het huidige pad.