De opmerkingen van Dichter waren dinsdag rechtstreeks te horen op de nationale radio. Het was volgens de krant Haaretz de eerste keer dat de inwoners van Israël de stem van hun nationale veiligheidsbaas te horen kregen. Tot voor kort was de identiteit van het Shin Beth–hoofd, en van de directeur van de buitenlandse inlichtingendienst Mossad, een staatsgeheim.

Dichter gaf aan dat Iran op drie vlakken de joodse natie bedreigd. Behalve door het aantrekken van Israëlische Arabieren als een potentiële „vijfde kolonne", steunt Iran de Hezbollah–strijders in Libanon en radicale Palestijnen op de Westoever en in de Gazastrook.

De veiligheidschef benadrukte dat de Israëlische regering onverminderd moet doorgaan met de bouw van de „veiligheidsmuur". Deze internationaal omstreden fysieke afscheiding van de Palestijnse gebieden moet er in zijn visie zelfs versneld komen. Nu al is duidelijk dat de afscheiding Palestijnse extremisten buiten de deur houdt, weet Dichter. De „muur" is dan ook cruciaal voor de veiligheid van Israël. Hij erkende dat de veiligheidsdiensten tot dusver er onvoldoende in zijn geslaagd de „Israëliërs de mate van veiligheid te geven die ze verdienen".

Dichter had geen goed woord over voor de Palestijnse leider Arafat. De Palestijnse voorman heeft in zijn ogen verzaakt om het Palestijns terrorisme de kop in te drukken. „Hij heeft het vertrouwen geschonden dat Israël en andere landen in hem gesteld hadden."

De Shin Bet–baas onderstreepte dat terreurdaden gepleegd door joodse extremisten evenzeer een „strategische dreiging" kunnen vormen. Hoewel tot dusver gering in omvang, zijn acties van joodse extremisten een „bron van grote zorg", omdat zij het Palestijns–Israëlisch conflict kunnen uitbreiden tot „een confrontatie tussen de dertien miljoen joden en de een miljard moslims in de wereld".