De procedure volgt na een kort geding dat de tegenstanders van het fenomeen Zwarte Piet vorig jaar hadden aangespannen. Ze wilden voorkomen dat de pieten bij de Amsterdamse sinterklaasintocht zouden zijn, omdat ze het hulpje van de goedheiligman racistisch vinden en „respectloos naar mensen van Afrikaanse afkomst”. De voorzieningenrechter wees hun verzoek destijds af, waarna de klagers via een bodemprocedure alsnog hun gelijk wilden halen.

King noemt het belangrijk dat de rechter een uitspraak doet die zowel aan de belangen van de voor- als tegenstanders van Zwarte Piet tegemoetkomt. „Hij moet recht spreken en een knoop doorhakken, zodat iedereen weet hoe het ervoor staat.”

Dat het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed momenteel gesprekken voert met voor- en tegenstanders over de toekomst van Zwarte Piet, is voor King geen reden van de zaak af te zien. „Hopelijk kan deze uitspraak ze een handje helpen.”