„Als de economie tegenzit zijn lastige maatregelen noodzakelijk om de rijksuitgaven in de hand te houden. Dat heeft ook gevolgen voor de uitkeringen," aldus de VVD–bewindsman. Hij wijst erop dat het kabinet ernaar gestreefd heeft met een „evenwichtig pakket te komen" en dat zwakke groepen worden ontzien. Rutte noemt als voorbeeld de 111 miljoen euro die het kabinet anderhalve week geleden uittrok voor de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten.

Belangrijker dan dit soort maatregelen vindt Rutte, dat de armoede „structureel" wordt aangepakt. De nieuwe wet Werk en Bijstand zorgt ervoor dat gemeenten alles uit de kast zullen halen om uitkeringsgerechtigden aan een baan te helpen, aldus de staatssecretaris. Dat de regering de zwaksten „maximaal wil ondersteunen" blijkt volgens hem ook in deze wet: „Mensen die vijf jaar of langer in de bijstand zitten zien hun uitkering feitelijk naar het AOW–niveau gaan." Rutte vindt dat Nederland in de internationale vergelijking niet slecht naar voren komt. Het „generieke beeld" van de ontwikkeling van de koopkracht „beweegt zich tussen min 1 en plus 1 procent", dat geldt voor armen en voor rijken. „De loonmatiging leidt tot een 0–groei in de lonen en dat heeft ook gevolgen voor de uitkeringen," aldus Rutte.