„Gebruik autonomie op basisschool”
Minister Van der Hoeven van Onderwijs moedigt leraren in het basisonderwijs aan gebruik te maken van hun autonomie.
Dat zei ze maandag tijdens een ontmoeting met veertig leraren uit het hele land in basisschool De Drieslag in Amersfoort. De minister gebruikt de gesprekken die ze deze winter voert met schoolbesturen, vakorganisaties, ouders en leraren voor haar nota ”Koers primair onderwijs”. Die wordt komend voorjaar in de Tweede Kamer besproken.
Van der Hoeven vindt het belangrijk te horen wat leraren zelf voor ideeën hebben, niet in de laatste plaats omdat er veel geklaagd is over hoge werk- en regeldruk de afgelopen jaren. Die klachten komen vooral van traditioneel georganiseerde scholen met voor elke klas een vaste leerkracht. Als die leraar uitvalt, moeten de kinderen naar huis. „Dat geeft die leraar werkdruk, omdat die het gevoel heeft er alleen voor te staan”, aldus Van der Hoeven.
De minister vindt dat er veel opener en losser naar de werkvormen moet worden gekeken. „Soms moet je klassikaal instructies geven en dan weer in kleine groepjes werken. Leraren denken dat ze alles zelf moeten doen, maar dat hoeft niet. En ik kan het weten want ik ben ook leraar geweest.”
Tijdens een bordspel konden de leerkrachten prioriteiten aangeven. Daaruit bleek dat ook bij hen meer ruimte en vrijheid in het leerprogramma hoog op de agenda staan, net als de wens „het keurslijf en strikte methoden” af te schaffen.
Ook de leerlingen krijgen de kans om hun mening te geven. Minister Van der Hoeven reikte maandagavond het eerste wedstrijdpakket ”De toekomst van je school” uit. Alle basisschoolleerlingen mogen in een tekening of een brief duidelijk maken wat ze van hun school verwachten. Op 4 februari gaan de opmerkelijkste inzendingen naar de leerlingenconferentie.