Studie EP: aanlandplicht dupeert vissers
BRUSSEL. De meest Noordzeevissers worden „aanmerkelijk” getroffen door de toekomstige verplichting om alle gevangen vis aan land te brengen. Dat staat in een studie die is uitgevoerd in opdracht van het Europees Parlement (EP).
Van de vissers die op schol en tong vissen, wordt volgens het rapport 85 procent benadeeld. Van de kabeljauwvissers is dat 70 procent. Het gaat hier om zogenoemde gemengde visserijen, waarbij met verschillende technieken wordt gewerkt en diverse vissoorten worden gevangen. Dit maakt het beheer van de visbestanden zeer complex, aldus het rapport.
De studie verscheen afgelopen maand. Maandag buigt de visserijcommissie van het EP zich over de gevolgen van de aanlandplicht –volgens de commissie „een van de meest ingrijpende veranderingen” in het nieuwe Europese visserijbeleid. Vissers mogen bijvangst (jonge visjes en onverkoopbare soorten) straks niet meer teruggooien in zee. De maatregel wordt vanaf 2015 gefaseerd ingevoerd.
Vis gaat volgens het rapport meestal overboord omdat hij kleiner is dan de voorgeschreven minimumgrootte. Andere redenen zijn dat de bewuste vissoort geen marktwaarde heeft of dat de visser geen ruimte meer heeft in zijn vangstquotum.
Om bijvangst te voorkomen, moeten vissers bijvoorbeeld de maaswijdte van hun netten vergroten. Het rapport stelt dat de kosten die dit meebrengt, gecompenseerd moeten worden.
Volgens CU-Europarlementariër Van Dalen bevestigt de studie dat de aanlandplicht „onwerkbaar” is voor de gemengde visserij. „Het is onacceptabel dat ruim driekwart van de sector zou kunnen verdwijnen door deze maatregel.”
SGP’er Belder wijst erop dat het rapport adviseert om flexibel te zijn met het tijdpad. „De SGP wil dat de EU eindelijk tot rede komt en die aanbeveling oppakt. Noorwegen had meer dan twintig jaar nodig voor invoering”, aldus Belder. Hij vraagt ook aandacht voor de mogelijkheid om vis wel terug te zetten als die kans heeft om te overleven. „De EU moet nog steeds besluiten hoe hoog die kans voor een soort moet zijn.”