Laat Tweede Kamer Senaat kiezen
Een vast gelijktijdig verkiezingsmoment, eens in de vier jaar, voor de Tweede Kamer en de Senaat voorkomt veel politieke problemen, betogen Erik-Jan Hakvoort en Niels Rijke.
De politiek in Nederland is weer op dreef. VVD en PvdA hebben elkaar gevonden in een uitruil door het schrappen van de strafbaarstelling van illegaliteit en een lastenverlichting voor midden- en hogere inkomens (RD 2-4). Met ChristenUnie, SGP en D66 zijn akkoorden gesloten die stabiliteit, daadkracht en een langetermijnperspectief suggereren. Toch blijft er grote onzekerheid over de houdbaarheid van de afspraken. Dat heeft niet alleen te maken met de politieke cultuur, maar ook met structurele problemen in het Nederlandse staatsbestel. Om die problemen aan te pakken stellen we enkele grondwetswijzigingen voor.
Nog maar kortgeleden was er geen krant of actualiteitenrubriek die de positie van de Senaat (Eerste Kamer) niet ter discussie stelde. Het hoogtepunt (ofwel dieptepunt) waren de Provinciale Statenverkiezingen in 2011. Deze verkiezingen waren tot een referendum over het kabinet-Rutte I gemaakt. Het was een bizarre vertoning dat voor de Provinciale Statenverkiezingen debatten werden gehouden tussen senatoren en fractievoorzitters uit de Tweede Kamer.
De recentere discussie over de Senaat ging om de coalitie van VVD en PvdA, die daar geen meerderheid heeft. De ChristenUnie heeft daar nu een invloedrijke positie. Daar zijn we natuurlijk niet rouwig om. Maar toch wringt er iets. Na de volgende Provinciale Statenverkiezingen in 2015 zal de Senaat opnieuw wijzigen. Mocht Rutte II er nog zitten, dan krijgen we opnieuw een soort referendum over het huidige kabinet, met instabiliteit tot gevolg.
Het ontbreken van een meerderheid in de Senaat hoeft niet per definitie een probleem te zijn. Een coalitie zou zelfs een minderheid kunnen hebben in de Tweede Kamer. Politici van de oppositiepartijen moeten zich dan wel bereid tonen verantwoordelijkheid te nemen voor het landsbelang. Aan ChristenUnie, SGP en D66 ligt het nu niet, maar onder meer vanwege een overdosis aan verkiezingen gaan er alsnog dingen mis.
Politici zijn tegenwoordig continu bezig met de volgende verkiezingen. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd dan het landsbelang. Om de haverklap moeten ook de landelijke politici weer komen opdraven voor een verkiezingsdebat. We hebben verkiezingen voor het Europees Parlement, Provinciale Staten, waterschappen, gemeenten en de Tweede Kamer.
De laatste is de meest problematische. Eigenlijk staat er een termijn van vier jaar voor, maar het laatste decennium worden er ongeveer om de twee jaar verkiezingen gehouden. In feite is er sprake van een permanente verkiezingskoorts bij landelijke politici. Bij onze Duitse buren gaat het heel anders. Daar wordt de Bondsdag gewoon eens in de vier jaar gekozen.
Om de problemen ten aanzien van de positie van de Senaat en de permanente verkiezingsmodus aan te pakken, stellen we voor de Grondwet te wijzigen. Ons voorstel is om vaste verkiezingsmomenten, eens in de vier jaar, te introduceren voor Tweede Kamer en Eerste Kamer. Burgers kiezen de Tweede Kamer. De Tweede Kamerleden kiezen vervolgens de senatoren (in plaats van Provinciale Staten).
Verder moet de mogelijkheid voor tussentijdse ontbinding van de Kamers (en dus nieuwe verkiezingen) uit de Grondwet worden geschrapt. Ooit was die bepaling bedoeld voor het oplossen van conflicten tussen regering en parlement, maar ze functioneert totaal niet meer.
De nationale verkiezingen voor Tweede Kamer en Eerste Kamer moeten aan elkaar worden gekoppeld. Provinciale Statenverkiezingen gaan dan zuiver en alleen over het kiezen van provinciale volksvertegenwoordigers. De Eerste Kamer wordt niet langer gedwongen om Tweede Kamertje te spelen, maar kan zijn eigen bescheidener rol in het staatsbestel vervullen, ongebonden aan welk akkoord dan ook. Daartoe moet de Senaat ook het recht krijgen om wetsvoorstellen terug te sturen naar de Tweede Kamer wanneer hij er niet mee akkoord kan gaan. Een coalitie kan zowel door een meerderheid als een minderheid worden gevormd, zolang ze zich maar vooraf vergewist van een meerderheidssteun in de beide kamers voor wat betreft de hoofdlijnen van het beleid.
Een kabinet zal niet meer zo snel stranden, aangezien daar niet direct electoraal voordeel mee te behalen is. Mocht dit toch gebeuren, dan moeten de Tweede Kamerleden met elkaar de crisis oplossen en tot een nieuwe coalitie komen zodat een kabinet weer aan de slag kan.
Burgers worden bovendien niet langer misbruikt voor politieke spelletjes en staan na verkiezingen niet langer vier jaar buitenspel. Sowieso zullen partijen de gunst van de kiezer altijd willen behouden. Burgers zouden via een correctief referendum (let wel: geen raadplegend referendum) onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid moeten krijgen om hun vertegenwoordigers tussentijds tot de orde te roepen als een wetsvoorstel hen echt niet zint.
Wat ons betreft is het tijd voor meer politieke stabiliteit, daadkracht en langetermijnvisie en daar zullen deze voorgestelde grondwetswijzigingen de voorwaarden toe scheppen.
De auteurs zijn actief betrokken bij PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie.