Commentaar: Wetgeving is wegwerpartikel?
De vicepresident van de Raad van State, Donner, heeft de Haagse politiek donderdag flink de oren gewassen. Zijn klacht is dat wetgeving te vaak het karakter krijgt van „een wegwerpartikel.” Wetswijzigingen volgen elkaar snel op en zijn soms tegengesteld aan elkaar, zo stelde Donner donderdag bij de presentatie van het jaarverslag 2013 van de raad.
Als concrete voorbeelden noemde hij de langstudeerdersboete, die er eerst wel kwam en toen weer niet. Ook de wet die regelde dat bij het toekennen van een bijstandsuitkering gekeken moest worden naar de inkomens van de andere gezinsleden, kwam er eerst wel door en werd toen weer ingetrokken.
Donner heeft een punt te pakken. Een wet is het belangrijkste instrument dat de overheid heeft om de samenleving te ordenen. Wetswijzigingen die elkaar snel opvolgen, doen het vertrouwen van burgers in de overheid tanen.
De oorzaak van wisseling in wetgeving mag duidelijk zijn: de politieke dynamiek van de afgelopen decennia. Het ene moment heeft een politieke partij meer dan veertig zetels en een enkele jaren later duikelt ze onder de twintig of omgekeerd. Verder versnippert de politiek meer en meer. Om aan meerderheden te komen, willigen partijen wensen van minderheden in. Dat is mooi voor die minderheden, maar het kan ten koste gaan van de eenduidigheid in wet- en regelgeving.
Toch had Donner nog wel een steekje dieper mogen gaan in zijn analyse. Want hoe komt het nu dat de politiek zo dynamisch is? Moet dat als vaststaand feit worden aangenomen? In zekere zin wel, want de Tweede Kamer en de andere volksvertegenwoordigende organen zijn een afspiegeling van hetgeen in de samenleving huist. Omdat de verworteling met ideologieën afneemt en veel burgers gericht zijn op genieten en bevrediging van eigen behoeften, wisselt hun politieke voorkeur even snel als mode. Maar wie houdt vandaag de dag de samenleving een spiegel voor? Donner kan dat.
Verder had het niet misstaan als Donner de actoren in Den Haag de vraag had voorgehouden waar het bijna gestolde wantrouwen van burgers ten opzichte van de overheid vandaan komt. De onstuimige groei van partijen zoals PVV en SP heeft alles te maken met de behoefte om te protesteren tegen de gevestigde orde. Hebben politici de achterliggende jaren voeding gegeven aan verwijten dat ze opportunistisch zijn, elkaar baantjes toeschuiven, soms ook zakkenvullers zijn en erg gehecht zijn aan pluche en macht? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Op één punt bindt Donner nog wel de kat de bel aan. En dat is de neiging van de overheid om wetten alleen om financiële redenen, lees bezuinigingen, in te voeren. Dat kan terecht geen genade vinden in de ogen van Donner. De oud-minister van CDA-huize haalde zelfs de kerkvader Augustinus aan om zijn woorden kracht bij te zetten: „Wetten kunnen mede door budgettaire overwegingen worden ingegeven, maar ze kunnen niet enkel op die basis gerechtvaardigd worden. Dat zag Augustinus al toen hij 1600 jaar geleden zei: „Neem de gerechtigheid weg en wat is de overheid anders dan één grote roversbende.””