Kerk & religie

Dr. Wisse: Christendom sluit aan bij gevoelens waar iedereen voelsprieten voor heeft

AMSTERDAM. De theologie moet niet doen alsof het in het christelijk geloof alleen om de bijzondere openbaring in Christus gaat. „Ik wil laten zien dat het christendom aansluit bij verlangens, gevoeligheden en inzichten waar iedereen voelsprieten voor heeft.”

Van onze verslaggever
3 April 2014 09:59Gewijzigd op 15 November 2020 09:48
Aan de Vrije Universiteit in Amsterdam had woensdag een symposium plaats rond het boek ”Zo zou je kunnen geloven" van dr. Maarten Wisse. Beeld RD, Henk Visscher
Aan de Vrije Universiteit in Amsterdam had woensdag een symposium plaats rond het boek ”Zo zou je kunnen geloven" van dr. Maarten Wisse. Beeld RD, Henk Visscher

Dat zei dr. Maarten Wisse, docent dogmatiek en oecumene aan de faculteit der godgeleerdheid van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, woensdag op een debatmiddag aan de VU voor een kleine dertig belangstellenden. De bijeenkomst was gewijd aan zijn publicatie ”Zo zou je kunnen geloven” uit oktober 2013, dat op internet tot stevige discussies leidde en inmiddels aan een tweede druk toe is. Opvallend aan het boek is dat de auteur voortdurend vraagt naar de betekenis van verschillende vormen van christendom, zonder eerst expliciet te vragen naar de waarheid daarvan.

Wisse introduceerde zijn boek woensdagmiddag door erop te wijzen dat hij hier bewust voor gekozen heeft. Hij wil zich niet langer laten vangen door de moderniteit, die het christelijk geloof volgens hem behandelt alsof het een bak informatie is die al of niet klopt. In aansluiting daarop wil hij „wegkomen bij het idee dat alles in Christus te vinden is en daar buitenom niet zo veel gezegd hoeft te worden.” Die manier van denken signaleert hij niet alleen bij de Zwitserse theoloog Karl Barth, maar ook bij de gereformeerde gezindte waaruit hij afkomstig is en bij het evangelicale christendom. „We moeten weer aansluiten bij de gedachte van een algemene openbaring.”

Volgens Wisse zit het diep in de traditie om juist te laten zien hoe het christendom ook buiten het unieke van Christus om aansluit bij een algemeen gevoel voor het goede, waar alle mensen volgens hem „op aangelegd zijn. Het criterium waarmee we uitmaken of het christelijk geloof waar is of niet, is niet of bepaalde Bijbelse informatie klopt of terecht als openbaring gezien kan worden. Het gaat om het goede dat daaromheen ligt.” Voor het zoeken naar dat goede en de gerechtigheid is het christelijk geloof van grote betekenis, aldus Wisse.

Dr. Dolf te Velde, postdoctoraal onderzoeker aan de gereformeerd vrijgemaakte Theologische Universiteit Kampen (TUK), prees Wisses boek, maar plaatste wel een aantal kanttekeningen. Zo wees hij erop dat Wisse het traditionele christendom beschrijft aan de hand van een gezang (”God enkel licht”), terwijl juist typerend voor de verschillende gereformeerde kerken is dat ze psalmen zingen. „Door te kiezen voor een gezang geeft Wisse aan zijn beschrijving van traditioneel christendom meteen een piëtistische versmalling. En die wil er in de rest van het boek maar moeilijk weer uit.”

Ook vindt hij dat Wisse wat om de hete brij van de verzoening door voldoening heendraait. Het werd Te Velde niet duidelijk of Gods Drie-eenheid in het boek nog wel meer is dan alleen een perspectiefwisseling in de beleving van de gelovige. Wisse schrijft namelijk: „In God Zelf kan er geen sprake van zijn dat de Vader iets van de Zoon eist en op Hem toornt en de Zoon daarna compensatie verleent.”

De bijdrage van Nynke Dijkstra van het landelijk dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland was meer impressionistisch van aard. Zij hoorde ooit het verhaal van een tiener die aan zijn opa vroeg wat die nou aan zijn geloof had. Opa: „Jongen, dat heb ik me nog nooit afgevraagd.” Dat was geen oppervlakkig antwoord, volgens Dijkstra: „Hij was als een vis in het water van zijn geloof en kon zich erbuiten niets voorstellen. Voor de vraag wat je eraan hebt moet je afstand kunnen nemen. Het is eigenlijk bijna een seculiere vraag, met iets misprijzends erin. Net als de vraag wat je eraan hebt om getrouwd te zijn.”

Toch vond de projectmedewerker voor missionair werk in de Protestantse Kerk het van grote waarde dat Wisse deze vraag stelde, op „indringende en uitvoerige” wijze. „Hij laat daarmee zien dat geloven je raakt in het dagelijks leven, in grote thema’s zoals erkenning, vergeving, gezien worden, geborgenheid vinden en perspectief.”

De uitvoerige aandacht voor zonde en schuld in het boek zou missionair van betekenis kunnen zijn, aldus Dijkstra. Wisse gaf aan blij te zijn dat dit door Dijkstra werd opgepikt, maar signaleerde dat mensen buitengewoon zenuwachtig worden als de kerk over het laatste oordeel spreekt. „Ik hoop dat we daarin een stuk realisme ontwikkelen. We maken grote fouten en kunnen die vaak nooit meer goedmaken. Laten we daar maar eens goed over nadenken.”

Hokje

De afsluitende vragenronde werd een tweegesprek tussen Wisse en Rikko Voorberg, voorganger bij het Amsterdamse kunstenaarscollectief Stroom-West. Hij signaleerde een grote mate van betekenisverlies rond het christendom, toen hem eens voor de microfoon gevraagd werd of hij dacht dat Jezus de Zoon van God was. „Het was alleen maar om me even in een hokje te kunnen plaatsen. Ik kon het daarom niet opbrengen om gewoon „ja” te zeggen.”

Voorberg vond de secularisatie niet zo’n probleem en leek het christelijk geloof radicaal opnieuw te willen uitvinden. „Ik kan nu met kunstenaars op zoek naar nieuwe betekenis, zonder dogma’s. Dat is winst.” Wisse nam het echter op voor die oude mensen, die zo dwarsliggen en alleen naar de kerk lijken te komen om daar bevestigd te worden. „Er kan niet alleen profetische kritiek zijn; het heil krijgt ook heel concreet gestalte. Dat die mensen zo hechten aan hun gebouw en vaste rituelen heeft er mee te maken dat het Woord vlees is geworden.”


Boek dr. Wisse ”Zo zou je kunnen geloven”

Dr. Maarten Wisse schreef zijn boek ”Zo zou je kunnen geloven” (2013) omdat hij het moeilijk vond om in vijf minuten uit te leggen wat het christelijk geloof nu eigenlijk voor hem betekent.

In het eerste deel beschrijft hij achtereenvolgens het traditionele, het moderne, het evangelicale en het buitenkerkelijke christendom, om bij die stromingen „inspiratie” op te doen. In deel 2 komt hij met een eigen ontwerp, waarbinnen vooral de paaswake (de wake in de nacht voorafgaand aan de paasmorgen) en de sacramenten van doop en heilig avondmaal een belangrijke rol spelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer