Staalslakken bedreigen onderwaternatuur in Oosterschelde
ZIERIKZEE. De Oosterschelde wordt volgestort met staalslakken. Dat is nodig om voor de zeedijk gelegen vooroevers te versterken en zo dijkvallen, het inzakken van dijken, te voorkomen. Maar de slakken zijn schadelijk voor de onderwaternatuur in de zeearm. „Het is één grijze massa waar de roest uitloopt.”
Staalslakken zijn een afvalproduct van hoogovens. „Als je die op de Hoge Veluwe zou storten, zou het huis te klein zijn. Maar hier in de Oosterschelde, óók een nationaal park, mogen ze wél gedumpt worden omdat de schadelijke gevolgen niet zichtbaar zijn. De problemen doen zich immers onder water voor. Weinig mensen merken ze op”, verzucht voorzitter Jaap Geleijnse van de Vereniging van Beroepsvissers Oosterschelde.
Het doet de 72-jarige Geleijnse pijn dat de Oosterschelde, een uniek zilt natuurgebied, naar zijn zeggen wordt opgeofferd aan bezuinigingsdrift bij Rijkswaterstaat. Deze dienst is verantwoordelijk voor de stort van de staalslakken in de zeearm. Eigenlijk zou voor de vooroeverversterking het veel milieuvriendelijker breuksteen moeten worden gebruikt, zegt de vissersvoorman.
Maar dat is volgens Geleijnse te duur. „Rijkswaterstaat stelt bij het verlenen van de stortvergunning een reeks randvoorwaarden. De aannemer mag binnen die voorwaarden zelf kiezen welk materiaal hij gebruikt. Het is op zich logisch dat hij de goedkope staalslakken verkiest, maar die sintels zijn funest: voor het milieu, de vis, de kreeften, eigenlijk voor het hele onderwaterleven”, aldus Geleijnse.
„Kreeften moeten in holletjes en spleten tussen rotsen en stenen kunnen wegkruipen als het winter wordt en de watertemperatuur omlaaggaat. Anders overleven ze niet. Maar die staalslakken zijn veel te fijn. Het is één grijze massa waar de roest uitloopt en waarin geen enkele kreeft zich kan verschuilen.”
Volgens de autoriteiten zijn de staalslakken nodig om de stabiliteit van de vooroevers rond de Oosterschelde op peil te houden. Als daar niet regelmatig bestortingen worden uitgevoerd, bestaat de kans dat zich een dijkval voordoet, met een overstroming tot gevolg.
Volgens Geleijnse worden de staalslakken vaak gestort op plaatsen waar zich de meeste kreeften bevinden. Dat dupeert kreeftvissers extra. „En dan heb ik het er nog niet over dat de Oosterschelde door al die troep onder water ook minder aantrekkelijk wordt als een van de mooiste duikgebieden van Europa. De provincie moet beseffen dat hier ook grote economische belangen op het spel staan.”
Grote hoeveelheden
Dit jaar zullen er nog grote hoeveelheden staalslakken worden gedumpt bij Zierikzee, Schelphoek en Burghsluis op Schouwen-Duiveland. Volgend jaar staan de vooroevers bij de Leendert Abrahampolder, de Vlietepolder (Noord-Beveland) en gebieden bij Wemeldinge en Kattendijke (Zuid-Beveland) op het programma.
Ook op de hellingen van de diepe ontgrondingskuilen die de afgelopen jaren ontstonden nabij de stormvloedkering zijn massa’s staalslakken gestort. De diepte van de putten die worden volgestort, varieert volgens Geleijnse van 3 meter tot wel tientallen meters.
In zijn maag
Geleijnse signaleert dat het provinciebestuur best in zijn maag zit met de staalslakken. „Probleem is dat dit materiaal voldoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit. Dat betekent dat de provincie een vergunning niet kon weigeren.”
Kreeftvisser Gerrie van den Hoek viste altijd bij de Schelphoek. „Het was een van de beste plekken om op kreeft te vissen”, zegt de 42-jarige inwoner van Moriaanshoofd, een gehucht bij Kerkwerve. „Alles is daar nu dood”, zegt hij met spijt in zijn stem. „Het is er zo glad als een voetbalveld. Al die verschillende stenen en steentjes, ze zijn weg. Feitelijk hebben de kreeften nu geen huis meer en dan is het over. Op 10 vierkante meter ving ik vroeger 20 tot 30 kreeften, nu nog één”, aldus Van den Hoek.
„De overheid heeft altijd de mond vol van bescherming van natuurwaarden. Maar als Rijkswaterstaat zelf een keer aan de slag moet om natuurwaarden en deltaveiligheid met elkaar in overeenstemming te brengen, moet het wat de natuur betreft zo goedkoop mogelijk. Het mooie onderwaterleven dat je hier drie jaar geleden nog had, komt niet terug.”
Is er een oplossing? Jaap Geleijnse, resoluut: „Geen staalslakken meer. Maar het zal lastig zijn om dat voor elkaar te krijgen.” Een andere oplossing is volgens de beroepsvissers de sintels afdekken met een laag breuksteen van enkele meters, zodat in ieder geval de kreeft beter gedijt.