Kerken moeten meer doen aan positieve beeldvorming
AMERSFOORT. Kerken trekken al decennia samen op, maar tot een gezamenlijke strategie rond beeldvorming is het nog niet gekomen. De kerk heeft weinig toegang tot de media en als ze die haalt, is het beeld vaak negatief, stelt ds. Klaas van der Kamp.
Hij schrijft dit in het boek ”Raven. Over eenheid als waardering voor God” (uitg. Adveniat, Baarn). Ds. Van der Kamp is algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland en tevens voorzitter van de interreligieuze koepelorganisatie In Vrijheid Verbonden, waar vijf grote wereldreligies bij zijn aangesloten.
In zijn boek verwerkt hij vijf jaar ervaring bij de Raad van Kerken en de wereldwijde oecumene. Het brengt hem onder meer tot beschouwingen over het fenomeen secularisatie, dat ook uitdaagt om mensen als mondigen te benaderen. Ds. Van der Kamp benadrukt het ”tegoed” van het Oude Testament. De oecumenische teksten sluiten vaak meer aan op het Nieuwe Testament dan op het Oude, waardoor de basis van de samenwerking tussen kerken „nodeloos smal” blijft. „De vergelijking met Israël voorkomt dat de kerk zich verliest in narcisme.”
Ds. Van der Kamp wijst op het belang van het leerstuk van de Drie-eenheid. Hiervoor is de laatste jaren opnieuw belangstelling, vooral door de kennismaking met andere religies. Recente theologie legt de nadruk op het relationele en dynamische karakter van God, wat ruimte schept om God te zien in het actuele leven en in diverse culturen.
De algemeen secretaris bepleit een betere beeldvorming van de kerk. Er is te weinig aandacht voor het uitbouwen van een positief imago. Kerken denken nog steeds te veel vanuit een eigen zuil en vanuit een verouderd referentiekader. De Raad van Kerken heeft verschillende keren overleg gehad met publiciteitsmedewerkers en beleidswerkers van kerken, tot nu toe echter zonder concrete resultaten. Kerken denken verschillend over de noodzaak om te investeren in publiciteit, zo voert hij als verklaring aan. „Er is in de kerk geen infrastructuur waarbij de afzonderlijke kerken hun belangen op dit punt bundelen. Men laat Gods water over Gods akker vloeien.”
Ooit wensten pioniers van de oecumene organisatorische eenheid een kerk waarin mensen van diverse komaf deel zouden kunnen hebben aan dezelfde sacramenten. Intussen is deze eenheid een „utopie op papier” geworden. De Raad van Kerken zet nu in op het zoeken naar meer samenwerking. Wil de oecumene toekomst hebben, dan moet zij zich volgens ds. Van der Kamp wringen uit het dilemma ”beweging” of ”institutie” en inzetten op erkenning en respect van de eigenheid van de ander.
De focus van oecumene, zoals die gestalte kreeg in de Wereldraad van Kerken, is verplaatst van organisatorische eenheid naar spirituele. Het gaat erom dat men elkaar op geestelijk vlak weet te vinden. De structuren die men kiest, zijn niet meer dan de achterkant van het borduurwerk. In het achterliggende decennium is er sprake van verschuiving van interkerkelijk overleg naar interreligieuze oecumene. Dat laatste moet na de aanslagen van 2001 hoger op de agenda geplaatst worden, vindt ds. Van der Kamp. „Het Westen realiseerde zich, dat de islam als tweede wereldreligie niet langer een godsdienst is die kan worden overgelaten aan godsdienstwetenschappers.”
Gids op de digitale snelweg
Door de sociale media krijgen nog meer mensen toegang tot allerlei vormen van informatie. „De kerk is gids om de weg te vinden op de digitale snelweg”, zo stelt ds. Klaas van der Kamp in zijn boek ”Raven”.
De kerkleiding kan volgens hem mensen niet aan het eigen instituut binden, maar kan wel helpen in het zich oriënteren op deze wereld. „Zoals Gutenbergs uitvinding van de boekdrukkunst invloed had op het doorzetten van de Reformatie en de kerkelijke vernieuwing, die een persoonlijke toe-eigening van het geloof door de gelovigen impliceerde, zo voltrekt zich op dit moment een nieuwe revolutie in de informatietechnologie.”