Dilemma’s op het snijvlak van ambt en psychiatrie
WOERDEN. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan over dilemma’s die zich kunnen voordoen rond de geheimhoudingsplicht in pastoraat en hulpverlening.
Dat zei drs. E. S. P. Pieters-Korteweg, psychiater en eerste geneeskundige bij Eleos, dinsdagmiddag in Woerden tijdens een minicongres van Eleos met het thema ”Psychiatrie en ambtsdragers.” Voor ruim veertig ambtsdragers sprak zij over dilemma’s op het snijvlak van ambt en psychiatrie, bijvoorbeeld rond het ambtsgeheim of beroepsgeheim.
„Hoe ga je bijvoorbeeld om met een kind van gescheiden ouders dat niet naar school wil? Moeder wil dat het kind geholpen wordt, vader wil dat niet. De hulpverlener mag alleen helpen als beide ouders daar toestemming voor geven. Het komt ook voor dat een van de ouders niet meer tot de kerkelijke gemeente behoort. Of je hoort via je echtgenote dat de moeder van een vriendinnetje van je dochter door haar man geslagen wordt. De desbetreffende man is voorgedragen als ambtsdrager. Het vraagt veel zorgvuldigheid om daarmee om te gaan.”
Ook ging Pieters in op de geheimhoudingsplicht. Er kan een conflict tussen plichten ontstaan, bijvoorbeeld als iemand een misdrijf bekent. De psychiater vertelde dat in het verleden een psychotherapeute veroordeeld is omdat zij naar buiten was gekomen met de bekentenis van een cliënt die een moord had begaan.
Tijdens de discussie werd gevraagd hoe om te gaan met de spanning tussen de geldende juridische regels en christelijke normen. Een aanwezige gaf hierbij aan dat de Bijbelse lijn is om eerst te praten met de betrokkene als er iets kwaads aan het licht komt. Pieters: „De koninklijke weg gaan, is de meest sympathieke, maar in de praktijk lukt dat vaak niet. Wat als iemand geen gesprek wil?”
Een „ervaringsdeskundige”, een jonge vrouw die in het verleden hulp ontving van Eleos, sprak gistermiddag over misstanden –zoals seksueel misbruik– in de relatie tussen ouders en kinderen. „Ik sta hier alleen, maar toch sta ik hier niet alleen”, zei ze. „Want achter mij staan vele mensen. Mensen die niet kunnen of durven spreken. Van hen ben ik vanmiddag de tolk. Hoe groter de nood, hoe dieper die wordt weggestopt.”
Hoe gaan we om met onwenselijk gedrag van ouders? zo vroeg ze. „Het is voor kinderen lastig om te spreken over wat er thuis niet goed gaat. Ouders zijn alles wat een kind heeft. Kinderen overzien niet wat er gaat gebeuren als ze iets vertellen aan een ouderling of een predikant. Het roept zo veel angst op om vader of moeder te verraden, dat ze zwijgen. Ze voelen intuïtief aan dat het gezin uit elkaar valt als ze iets zeggen.” Ze riep de ambtsdragers ertoe op oog te hebben voor kinderen die met problemen worstelen. „Wees u ervan bewust dat ook in uw gemeente kinderen of jongeren met dit soort problemen rondlopen en sta open voor hen.”
P. E. Oversluizen, manager bij Eleos, benadrukte het belang van samenwerking tussen ambtsdragers en Eleos. Ze wees erop dat de zogenoemde participatiesamenleving van mensen vraagt dat ze een beroep doen op elkaar. Volgens Oversluizen hebben veel cliënten van Eleos echter geen enkel sociaal netwerk.