De Dow-Jonesindex eindigde 0,5 procent hoger op 16.532,61 punten. De S&P 500 steeg met 0,7 procent tot 1885,52 punten, de hoogste stand ooit. Technologiebeurs Nasdaq klom 1,6 procent tot 4268,04 punten.

Kort na opening van de beurzen werd bekend dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie in maart in een iets hoger tempo is toegenomen dan in februari. Uit cijfers van het Institute of Supply Management (ISM) bleek dat de index die de bedrijvigheid weerspiegelt, was gestegen van 53,2 tot 53,7. Economen rekenden in doorsnee op een stand van 54,0 in maart.

General Motors (GM) verloor 0,2 procent na het nieuws dat de autobouwer nog eens ruim 1,5 miljoen auto’s terugroept vanwege problemen met de stuurbekrachtiging. GM riep dit jaar wereldwijd al bijna 7 miljoen voertuigen terug vanwege technische problemen. Bestuursvoorzitter Mary Barra verscheen dinsdag voor een commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden om uitleg te geven over de problemen bij GM, die aan zeker 13 bestuurders het leven hebben gekost. Barra bood haar excuses aan aan de nabestaanden en liet weten dat GM een expert heeft aangetrokken om de mogelijke schadebetalingen vorm te geven.

Branchegenoot Ford sloot intussen ruim 4,6 procent hoger. Beleggers beloonden de sterke verkoopcijfers in maart, die bij Ford met 3,3 procent stegen.

Verder profiteerde vooral technologiefondsen van de opleving. Cisco Systems kreeg er ruim 3 procent bij.

De euro was 1,3794 dollar waard, tegen 1,3798 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse olie zakte 2,2 procent tot 99,37 dollar per vat. Brentolie leverde 2,4 procent in tot 105,15 dollar per vat.