Voedselbank voor hongerige hond en kat
LELYSTAD. Sommigen zien het als een dieptepunt van de crisis: een voedselbank voor dieren. Ze steken overal in het land de kop op, en vele kunnen de vraag nauwelijks aan. „Van eigenmerkbrokken krijgen honden diarree, maar we geven ze toch weg.”
Gistermorgen plaatste Anneke van den Berg uit Amsterdam-Noord (62, hondenbezitter) een noodoproep op Facebook om mensen te vragen dierenvoer in te leveren, met name kattenbrokken. Vanuit haar flatje voedt ze sinds februari elke week negentien opgevangen honden, poezen en andere huisdieren, maar het eten raakte op.
De oproep werkte: inmiddels kan ze het aanbod niet meer aan. „Mensen, mensen, mensen, ik krijg zo veel berichten voor doneren (…) ik kan niet iedereen te woord staan sorry”, zo meldde haar Facebookpagina gistermiddag.
Over de datum
Alex IJzinga (eigenaar van één hond en vier katten) beaamt dat er meer en meer voedselbanken voor dieren komen. Hij is voorzitter van de stichting Inzamelbank voor Dieren in Lelystad. „Er zijn er momenteel negen bij ons aangesloten, van Rotterdam tot Vught en Emmeloord. Daarvan zijn er vijf in de laatste maanden toegevoegd, en er komen er binnenkort weer twee bij.”
De stichting werkt landelijk omdat ze dan meer in kan zamelen, maar ook om zo de kwaliteit te kunnen controleren. „Alles wat over de datum is, gooien we weg. Mensen eten zoiets niet, dus dieren ook niet”, zegt Milka van Putten (één poes, twee konijnen) streng.
En dan is er nog het dilemma van de supermarktbrokken van eigen merk. „Die zijn minder van kwaliteit. Honden krijgen er diarree van.” De goedkope brokken worden echter wel volop weggegeven. „We moeten het nu eenmaal doen met wat we binnenkrijgen.”
De stichting ziet de vraag hand over hand toenemen. „Vooral de afgelopen maanden. Alleen al in Lelystad voeden we de dieren van in totaal zeventig gezinnen.” Katten en honden vormen daarbij de hoofdmoot van de clientèle, zegt Van Putten. „Verder veel vogels, knaagdieren, en zelfs een paard.”
Kim Diever uit Weert (25, twee honden, twee hagedissen) zit niet bij het landelijk verband, maar startte haar eigen dierenvoedselbank. „Wij hebben het aan de gewone voedselbank gekoppeld. Daar controleren ze of iemand werkelijk geen werk heeft. Wij doen dan alleen nog een kleine check van wat de dieren van die persoon nodig hebben.”
Schildpad
Met de aanvoer loopt het in Weert geen storm. Vooral kattenvoer is lastig. En dan hebben we het nog niet over de cavia’s, konijnen „en hier en daar een schildpadje”, waarvoor haar cliënten te eten vragen.
Dat er in Lelystad zelfs een paard via de voedselbank eten krijgt, gaat er bij Diever niet in. „Mensen die een paard kunnen betalen, hebben ook wel geld voor eten, lijkt me.”
Diever heeft tijd om de dierenvoedselbank te runnen omdat ze zonder werk zit. Voor haar eigen kleine dierentuin hoeft ze er gelukkig nog geen beroep op hoeven doen. „Ik woon nog bij mijn ouders, vandaar.”