De ministers van Buitenlandse Zaken van de 28 NAVO-staten hebben dat dinsdag in Brussel besloten. De samenwerking met Oekraïne moet juist worden verdiept. Dat land is geen lid van de NAVO, maar wel een partner waar het bondgenootschap mee samenwerkt.

De stappen moeten tonen dat de NAVO staat voor de verdediging en bescherming van zijn bondgenoten, zei NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen. De NAVO-ministers zijn uiterst verbolgen over de Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland Krim.

Volgens diplomaten voelt de NAVO zich misleid en bedrogen door de Russen, omdat het bondgenootschap de afgelopen jaren heeft geprobeerd een relatie met de Russen op te bouwen en vertrouwen te wekken.

Oost-Europese NAVO-leden - de Baltische staten, Polen en Roemenië - zijn bang dat Moskou naar verdere uitbreiding streeft. Ze willen daarom extra steun van de NAVO-bondgenoten.

Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans zei dinsdag dat Nederland bekijkt wat het nog meer kan doen in de Oekraïne-crisis. Den Haag bekijkt onder meer hoe het staat met de paraatheid aan Nederlandse kant in snelle reactiemacht van de NAVO.

Ons land is nu bij de bescherming van Oost-Europese NAVO-landen betrokken met een tankvliegtuig dat Awacs-radarvliegtuigen bijtankt. Die toestellen patrouilleren in het luchtruim van Polen en Roemenië.

Aan de grens met Oekraïne zijn nog steeds tienduizenden Russische militairen gestationeerd. Volgens de NAVO gaat het om 35.000 tot 40.000 man. Het westerse militaire bondgenootschap is vooral uiterst bezorgd over de vele Russische eenheden die zich al dagen niet meer hebben bewogen.

„Ik kan helaas niet bevestigen dat Rusland zijn troepen terugtrekt. Dat is niet wat wij zien”, zei NAVO-chef Rasmussen. Moskou liet maandag nog weten dat het een klein aantal militairen zou terugtrekken.

Timmermans noemde de situatie aan de Russisch-Oekraïense grens levensgevaarlijk. Toch ziet hij als enige uitweg uit de crisis geen militaire oplossing, maar een diplomatieke „die je aan de onderhandelingstafel kunt bereiken”.