Singapore en Hongkong voeren de lijst net als in voorgaande jaren aan. Nederland rukte op van de 10e plaats (in 2010) via de 7e plaats in 2012 naar de 3e plaats dit jaar. Het dinsdag gepubliceerde Global Enabling Trade Report, waarvan de index onderdeel is, roemt Nederland onder meer om zijn haven- en ICT-infrastructuur en de kwaliteit, transparantie en efficiency van douane- en daaraan gerelateerde diensten.

Nederland behoort volgens het rapport tot de beste landen op het gebied van fysieke en digitale infrastructuur. Op het onderdeel infrastructuur staat Nederland op de 3e plaats en haveninfrastructuur zelfs op de 1e plaats. Een goede fysieke en digitale infrastructuur is „smeerolie om handel te drijven”, zegt hoogleraar Henk Volberda van onderzoeksinstituut INSCOPE - Research for Innovation dat namens het WEF het onderzoek onder Nederlandse bedrijven uitvoerde.

Een puntje van kritiek betreft het Nederlandse belastingsysteem dat volgens het rapport een belemmering vormt voor de internationale handel. Ondanks het feit dat de importbelastingen in Nederland tot de laagste ter wereld behoren, wordt het Nederlandse belastingsysteem rond de import als complex ervaren en zijn er veel verschillende importbelastingen waar een bedrijf mee te maken heeft, aldus het onderzoek.

De hoge score voor Nederland is belangrijk voor de kracht van onze economie, zei minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) in een reactie. „We verdienen bijna een derde van ons inkomen met handel. Voor groei en banen is het cruciaal dat we het voor bedrijven zo makkelijk mogelijk maken om zaken te doen over de grens.”

Het rapport breekt ook een lans voor maatregelen om ontwikkelingslanden meer te laten profiteren van handel. Die landen staan beduidend lager op de ranglijst door zaken als bureaucratie, corruptie en gebrekkige infrastructuur. „Deze index laat zien hoe belangrijk het is dat we ook dat soort handelsbarrières aanpakken”, aldus Ploumen.