Op de eerste handelsdag, 11 oktober, werden de aandelen Royal Mail 38 procent meer waard. Dat leidde ook toen al tot kritiek op de prijs van 3,30 pond (4 euro) waartegen de stukken in de markt werden gezet. Met de slotkoers van 455 pence die op de eerste handelsdag werd bereikt, bedraagt het verlies voor de Britse belastingbetaler volgens de rekenkamer tenminste 750 miljoen pond.

De grootste privatisering in het Verenigd Koninkrijk sinds 1990, waarbij 60 procent van de aandelen Royal Mail werd verkocht, leverde de Britse staat 2 miljard pond op. Het belang van 30 procent dat de staat nog bezit is volgens de rekenkamer 1,7 miljard pond waard. De overige 10 procent is in handen van personeel van Royal Mail.

Volgens de banken die de beursgang begeleiden, zou er onvoldoende animo zijn voor de aandelen bij een prijs van meer dan 3,30 pond. De rekenkamer stelt daar vraagtekens bij omdat de vraag 24 keer groter was dan het aantal beschikbare aandelen. Meer dan 500 institutionele beleggers, waaronder pensioenfondsen, en nog eens 55.000 particuliere beleggers bleven met lege handen achter.

Minister Michael Fallon, die toezag op de beursgang, verklaarde tegen de BBC juist zorgvuldig te hebben gehandeld om een flop voor de belastingbetaler te voorkomen. Ten tijde van de beursgang dreigde er een staking bij het postbedrijf die beleggers had kunnen afschrikken.