Robert Braun, promovendus aan Cornell University (New York), denkt hiervoor een verklaring te hebben gevonden. Braun, die politieke wetenschappen studeerde, is bezig met een proefschrift waarin hij archiefonderzoek en een omvangrijke hoeveelheid statistische gegevens over de Jodenvervolging combineert. Zijn stelling is dat „minderheidskerken” in Nederland een belangrijke rol hebben gespeeld in het helpen van Joden tijdens de Holocaust.

Een van de ‘bewijzen’ daarvoor vormen Heerlen en Sittard. „In Heerlen konden grote groepen Joden zich verbergen met hulp van lokale verzetsgroepen. Als gevolg daarvan overleefde 53 procent van alle Joden de oorlog.” In Sittard was dat slechts 20 procent.

Braun maakt duidelijk dat dit verschil terug te voeren is op de rol die de protestantse minderheid in deze rooms-katholieke steden speelde. Omgekeerd gold het ook. „In protestantse delen van het land zetten rooms-katholieken zich sterk in voor het redden van Joden.” Daarmee weerspreekt hij de gedachte dat protestanten veel meer dan rooms-katholieken geneigd 
waren zich voor de Joden in te zetten.

Lees hier meer.