Binnenland

Babysterfte in tien jaar met 28 procent omlaag

UTRECHT. De babysterfte is de afgelopen tien jaar met 28 procent gedaald. De meeste baby’s (68 procent) overlijden nog steeds bij een geboorte tussen de 22e en 27e week van de zwangerschap.

Dat bleek donderdag uit cijfers van de Stichting Perinatale Registratie Nederland over 2012, vergeleken bij cijfers uit 2001.

Redactie wetenschap
27 March 2014 15:50Gewijzigd op 15 November 2020 09:40
beeld ANP
beeld ANP

Van de ruim 175.000 kinderen die in 2012 geboren zijn, zijn er 1491 doodgeboren of overleden in de eerste vier levensweken. De grootste sterfte treedt op tussen de 22e en de 27e zwangerschapsweek. Dit is 68 procent van de totale sterfte (1018 kinderen). Het percentage sterfte van voldragen baby’s, vanaf 37 weken zwangerschap, is sinds 2001 met maar liefst 47 procent gedaald: van 3,8 naar 2 per 1000 baby’s.

Ten opzichte van het in 2008 gepubliceerde, verontrustende EURO-Peristat II-rapport met cijfers uit 2004 is de totale babysterfte gedaald met 19 procent. Nadere analyse van de EURO-Peristatcijfers (III) van 2010 laat zien dat Nederland tot een van de Europese landen behoort met de grootste daling van de perinatale sterfte.

De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) is blij met de daling. De samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen om de babysterfte terug te brengen, loont, zo meldt de organisatie in een reactie op de nieuwe cijfers.

„Deze afname realiseren we binnen het Nederlands verloskundig systeem, met als belangrijk kenmerk: zorg door de verloskundige als het kan en door de gynaecoloog als het moet. De vrijheid voor zwangeren om te kiezen voor een thuisbevalling en een relatief laag aantal keizersnedes zijn zaken waar we trots op zijn”, aldus Linda Rentes, voorzitter van de KNOV.

„Daarnaast is het in de afgelopen jaren vanzelfsprekend geworden dat verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen ieder geval van babysterfte bespreken om vermijdbare sterfte in de toekomst te voorkomen.”

In de verloskundige zorg is meer aandacht voor vrouwen in achterstandssituaties. Er is een nieuwe opsporingsmethode voor foetale groeivertraging geïntroduceerd en de methode voor zwangerschapsbegeleiding is vernieuwd. Ook de voorlichting aan (aanstaande) zwangeren en hun partners over een gezonde levensstijl is verbeterd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer