Onderzoek voorwaardelijke invrijheidstelling
DEN HAAG ( ANP). Staatssecretaris Fred Teeven laat onderzoek doen naar de voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelden na het uitzitten van twee derde van hun straf. Het eigen Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie moet dat gaan uitvoeren, zei hij donderdag tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Zo’n voorwaardelijke invrijheidstelling wordt maar zelden geweigerd wegens slecht gedrag en daar bestaat bij nogal wat mensen onbegrip over. Ook in de Tweede Kamer zijn bezwaren tegen de gang van zaken, die op een automatisme lijken. Woensdag werd bekend dat ook de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der G., op 2 mei voorwaardelijk vrijkomt als gevolg van dit gebruik. Dat leverde veel kritiek uit de samenleving op.
Een eventuele wetswijziging om het aan te passen, moet wel ‘zeer gedegen’ worden, aldus Teeven. Er zal in het onderzoek, op verzoek vanuit de Kamer, nog eens worden gekeken in hoeverre het gedrag van de veroordeelde een rol moet spelen bij de vrijlating, al had dat volgens Teeven in het geval van Van der G. waarschijnlijk geen rol gespeeld.
Teeven wees erop dat het systeem sinds 5 jaar zo werkt en dat je eigenlijk niet elke 5 jaar aan de systemen moet tornen. Daarbij komt dat rechters in hun vonnissen rekening houden met een dergelijk gebruik, aldus de staatssecretaris. Dat gebeurt overal. „Er is geen land in Europa waar de straffen voor 100 procent worden uitgezeten.” Hij vindt het juist ook wel goed dat je het gedrag van een gevangene kunt beïnvloeden door het systeem van de vervroegde invrijheidstelling.
Teeven zei dat het gevangeniswezen nog wel wat bezuinigingen te vrezen heeft, maar aan verdere sluitingen denkt hij niet. Er staan echter 1430 cellen leeg en dus moet of de kaasschaaf worden gehanteerd of extra inkomsten worden gevonden.