Overdracht Japans nucleair materiaal is stunt, zegt Greenpeace
DEN HAAG. De overdracht van Japans hoogverrijkt uranium en plutonium aan de Verenigde Staten zet geen zoden aan de dijk en is alleen maar een publiciteitsstunt.
Dat stelde de milieuorganisatie Greenpeace gisteren in een reactie op de bekendmaking door de Amerikaanse minister van Energie, Ernest Moniz, en de speciaal adviseur van de Japanse premier Shinzo Abe, Yosuki Isosaki, dat Japan ruim 300 kilo plutonium en hoogverrijkt uranium gaat overdraagt aan de Verenigde Staten.
Japan bezit grote hoeveelheden plutonium, dat gebruikt kan worden voor een kernwapen, terwijl het altijd heeft beloofd geen grote voorraden aan te houden. De hoeveelheid materiaal die wordt overgedragen aan de VS is slechts een fractie van de totale voorraad. Over de overdracht van het materiaal werd al langer overleg gevoerd door Tokio en Washington.
„Deze overeenkomst stelt helemaal niets voor en is slechts bedoeld voor de bühne. De VS hebben geen mogelijkheden om dat Japanse plutonium om te vormen, want hun opwerkingsfabriek is nog niet af én een financiële ramp. Obama heeft net het budget op het vermengen met ander afval geschrapt, want ook dat programma was een financieel drama”, aldus Jorien de Lege, campagneleidster nucleaire energie bij Greenpeace.
„Het enige wat ze nu dus doen is het plutonium van Japan naar de VS brengen, waar het op dezelfde manier zal worden opgeslagen. Geen oplossing, dus”, gaat ze verder. Plutonium kun je volgens De Lege bovendien niet vernietigen.
„Je kunt het hoogstens vermengen met andere materialen waardoor het moeilijker wordt om het plutonium voor een kernwapen te gebruiken.”
Moniz noemde het akkoord met Japan wel van groot belang. „Het materiaal wordt overgebracht naar de VS om te worden omgevormd tot een vorm die proliferatie moeilijk maakt.”
Ondertussen houdt Japan een voorraad van 9,3 ton plutonium aan. Voor een land met het technisch vermogen van Japan moet het volgens deskundigen een peulenschil zijn om dit geschikt te maken voor kernwapens.