Duizenden kilo’s ivoor te koop in West-Afrika
In de Afrikaanse landen Nigeria, Ivoorkust en Senegal is zeker 4000 kilo ivoor te koop. De drie landen hebben er eerst voor gezorgd dat hun eigen olifantenpopulaties vrijwel zijn uitgeroeid en doen nu niets tegen de illegale handel in ivoor. Dat zeggen het Wereldnatuurfonds en Traffic, een organisatie tegen handel in bedreigde dieren, in een nieuw rapport.
De bloeiende ivoormarkten van de drie landen zijn de drijvende kracht achter de jacht op olifanten in heel West- en Centraal-Afrika. De olifanten worden elders in Afrika afgeschoten. In Nigeria, Ivoorkust of Senegal wordt het ivoor bewerkt en verkocht aan toeristen en zakenlieden uit Europa, Noord-Amerika en Oost-Azië. Alle drie de landen hebben het verbod van de Verenigde Naties op de handel in ivoor overgenomen, maar door corruptie en gebrek aan politieke wil wordt naleving niet afgedwongen.
Op een markt in Dakar, de hoofdstad van Senegal, worden juwelen, lampen en figuurtjes van ivoor openlijk aangeboden. „We doen goede zaken. Iedereen vindt het mooie dingen”, zegt koopman Cheick Mbacke. Net als zijn collega’s beweert hij dat zijn handelswaar is gemaakt van olifanten die een natuurlijke dood zijn gestorven of van oude voorraden ivoor, aangelegd voor het VN-verbod in 1989 van kracht werd.
In 1980 waren er 1,2 miljoen olifanten op de wereld. Tien jaar later was dat aantal gehalveerd. Sindsdien zijn de aantallen ongeveer gelijk gebleven: 500.000 olifanten in Afrika, minder dan 50.000 in Azië. In Nigeria en Ivoorkust leven nog minder dan 500 olifanten, aldus het rapport. In Senegal zijn ze mogelijk al helemaal uitgestorven. Vijf jaar geleden waren er nog enkele tientallen olifanten in het Niokola Koba National Park, maar inmiddels is de meest optimistische schatting dat er misschien nog twee rondlopen.