HHJO-conferentie: Bekeerde strijdt tegen opborrelende zonden
LAGE VUURSCHE. David was de man naar Gods hart. Toch struikelde hij toen hij overspel met Bathseba pleegde. David kwam tot inkeer. Hij verwoordde diepe schuldbelijdenissen in de psalmen 32 en 51. Boetpsalmen worden ze genoemd, „maar elke schuldbelijdenis is in wezen een loflied op de genade Gods.”
Dat zei dr. P. de Vries zaterdagavond tijdens de HHJO-conferentie 18+. De Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO) hield van vrijdag tot maandagmoren een conferentie met als thema ”David, man naar Gods hart”.
Dr. P. de Vries, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Boven-Hardinxveld en docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie, sprak zaterdagavond over David en Bathseba naar aanleiding van Psalm 51. „Uit de Bijbel blijkt dat David de Heere vanaf zijn kindertijd vreesde en meestal dicht bij de Heere leefde. Hoe is het dan mogelijk dat de man naar Gods hart overspel met Batsheba bedreef?” zo zei dr. De Vries tegenover de honderd aanwezige jongeren.
„Volgens het onderwijs van de Heere Jezus leven alle zonden in ieder mensenhart, ook in het hart van de gelovigen”, aldus de predikant. Hij zei dat de apostel Paulus ook uitdrukkelijk de gelovigen ertoe oproept om de zonde te doden. „Het zijn uitsluitend bekeerde mensen die een strijd voeren tegen de onophoudelijk opborrelende zonden.”
De mogelijkheid tot het bezien van een badende Bathseba was voor David een aanzet tot zonde. Dr. De Vries wees erop dat met de komst van internet tegenwoordig iedereen omringd wordt door de verleiding. Het kijken naar pornografie vormt volgens hem een grote bedreiging voor het christendom.
De predikant stelde dat het optreden van de profeet Nathan het middel was tot Davids inkeer. Uit Davids reactie op de vermaning van Nathan bleek toch dat hij de man naar Gods hart was. David kwam tot erkenning van zijn schuld en dichtte de psalmen 32 en 51.
Dr. De Vries noemde de verhouding tussen Nathan en David als een voorbeeld van hoe christenen met elkaar moeten omgaan. Medemensen moeten liefdevol op hun zonden en afwijkingen worden gewezen. David smeekt niet alleen om genade maar ook om vernieuwing. Ook daaruit blijkt dat David een kind van God was en bleef, zo besloot dr. De Vries zijn toespraak.
Vrijdagavond werd de 18±conferentie geopend door kandidaat F. van Binsbergen. Hij sprak over ”Tijdelijk geluk”, naar aanleiding van Psalm 37. Van Binsbergen zei dat alle mensen gelukszoekers zijn, maar dat de ziel niet gevuld kan worden met tijdelijk geluk. Als Jezus koning in het hart wordt, wordt Hij de schatbewaarder en krijgt God alle dank, aldus Van Binsbergen.
Ds. A. Vlietstra, hersteld hervormd predikant te Katwijk aan Zee, sprak zaterdagmorgen over David en Saul. Ds. Vlietstra zei dat beide koningen „van Israëls God gegeven” waren, maar dat Saul koning werd vanwege een verkeerd emancipatiestreven. Bij Saul was sprake van een schijnbekering: hij was wel veranderd, maar niet vernieuwd.
David, de man naar Gods hart, was daarentegen de gezalfde koning en daarmee een type van Christus. In de miskenning en verachting die David ondervond, leek hij op Christus in Zijn vernedering. De strijd tussen David en Saul is een weerspiegeling van de geestelijke strijd van satan enerzijds en Christus en Gods Rijk anderzijds. De strijd kwam voor David ten einde, wat hij verwoordde in een loflied: Psalm 18, een overwinningslied van de liefde.
De deelemers aan de conferentie bezochten gistermorgen een kerkdienst in Soest en ’s avonds een in Woudenberg.