„Zoek beste locaties voor windparken op zee”
DEN HAAG (ANP). Om goed te kunnen afwegen waar op zee windmolenparken moeten komen, moet beter worden uitgezocht welke locaties het beste scoren op het gebied van energieopbrengst, natuur en milieu. De commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) geeft maandag aan dat zo’n onderzoek tot nu toe niet heeft plaatsgevonden, maar vindt deze essentiële informatie nodig om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken.
De commissie wil verder dat nader onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen die de komst van deze windparken kan hebben voor vogels en bijvoorbeeld bruinvissen en zeehonden. Het kabinet wil de komende jaren meer energie opwekken via windmolens op zee zodat er 4500 megawatt wordt opgewekt in 2023. Nu leveren de 2 windparken in de Noordzee nog 228 megawatt. De windmolens op land zijn nu goed voor 2300 megawatt en dat moet de komende 6 jaar worden uitgebreid tot 6000 megawatt. De commissie m.e.r. is onafhankelijk adviseur bij dit soort procedures en adviseert de overheid.
Volgens de commissie m.e.r. is er meer dan genoeg ruimte om „het gewenste vermogen aan windenergie te realiseren”. Er is dus ruimte om te zoeken naar locaties die het beste scoren, aldus de deskundigen, die graag zouden zien dat daarbij wordt gekeken naar de verschillen tussen verspreid liggende windparken of aaneengesloten windmolenparken. Voordeel van de verspreid aangelegde windparken is dat die meer wind vangen. Als de parken dicht bij elkaar liggen wordt het makkelijker om de opgewekte stroom aan het elektriciteitsnet te leveren.
Een woordvoerder van Schultz geeft in een reactie aan dat nu nog niet wordt bepaald waar de windparken precies binnen de grote aangewezen gebieden komen te staan. Dat gebeurt later. Ook de effecten voor vogels, zeehonden en ander leven in de zee worden later nog onderzocht.