„Die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.”

Wie Mij volgt, zegt de Heere, wandelt niet in de duisternis. Dit zijn woorden van Jezus Christus, waardoor Hij ons aanspoort Hem in Zijn leven en deugden na te volgen, indien wij waarlijk verlicht willen zijn, en verlost van alle blindheid des harten. Dus onze voornaamste zorg moet zijn het leven van Jezus Christus te overwegen.

De leer van Christus gaat alle leringen van heiligen te boven. Wie Zijn Geest bezit, zou daarin het verborgen manna vinden.

Maar het gebeurt dat velen die het Evangelie vaak horen, weinig zielsverlangen ondervinden omdat zij de Geest van Christus niet bezitten. Wilt u de woorden van Christus ten volle verstaan en er smaak in vinden, dan moet u geheel uw leven aan het Zijne trachten gelijkvormig te maken.

Wat zal het u baten dat u over de drie-eenheid diepzinnig kunt redetwisten, indien u de ootmoedigheid ontbreekt, en u aldus aan de drie-eenheid mishaagt? Ik wil liever verslagenheid van het hart gevoelen, dan er de omschrijving van weten.

Thomas a Kempis,

kanunnik te Zwolle

(”De navolging van Christus”, 1471)