Verdriet over fusie overheerst bij orthodoxen
Verdriet -en bij een enkeling wat vreugde- klinkt door in de reacties van vijf orthodoxe hervormde en gereformeerde organisaties over het vrijdag genomen besluit tot een definitieve fusie van de Samen op Weg-kerken. Het verdriet overheerst echter in sterke mate.
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris Gereformeerde Bond: „Zorg over wat dit besluit voor het geheel van onze kerk, maar ook voor veel hervormd-gereformeerde gemeenten betekent, gaat bij mij gelijk op met teleurstelling en verdriet en soms ook verwarring over de weg die de Hervormde Kerk de afgelopen jaren is gegaan - en die vandaag tot een afronding kwam.
De uitslag is veelzeggend over de diepe verdeeldheid van de kerk. Tot het laatst toe hebben wij op basis van de belijdenis van de kerk onze bezwaren verwoord. We beseffen daarbij ook in momenten als nu dat we tot de kerk behoren, haar liefhebben en delen in haar schuld, wat ons medeverantwoordelijk maakt.
Als gemeenten mogen we blijven bidden voor en arbeiden met het oog op haar herstel, waarbij we meer dan ooit ons houvast niet zoeken in de situatie, maar in de beloften van de Heere. God gedenkt aan Zijn verbond. Daar ligt het anker van onze hoop, voor de kerk, voor ons volk, voor de voortgang van het Evangelie.”
Ds. L. W. Ch. Ruijgrok, voorzitter Comité tot Behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk: „Een uitermate droevig besluit. Allereerst omdat met dit fusiebesluit de kerk waaraan ik me verbonden weet en die ik belijd als een planting van God, besloten heeft om zichzelf op te heffen. Ze heeft haar bijbels-gereformeerd karakter definitief afgelegd en ingewisseld voor een modern-plurale identiteit, waarbij eenieder zijn eigen waarheid mag hebben.
Ik ben er diep van overtuigd: Op een eenheid die ten koste gaat van de waarheid, kan geen zegen rusten. Uitermate betreurenswaardig vind ik het vervolgens ook dat als elke hervormd-gereformeerde had tegengestemd, deze fusie er niet was gekomen. Dat was indertijd ook al zo bij de aanvaarding van ordinantie 5.4 rond de zegening van bijvoorbeeld homofiele relaties.
Dat doet mij temeer vragen: Wat heeft de Heere God ons hierin te zeggen? Wat de toekomst betreft, ik vrees met grote vrees. Onze positie is onveranderd. Maar als zo’n substantieel deel van de kerk heeft tegengestemd en nu in grote nood is, kan de leiding van de kerk toch niet doen alsof er niets aan de hand is? Mijn hoop blijft echter op de levende God. Hij is Koning. Hij regeert en niemand anders.”
Ds. Tj. de Jong, redacteur van ”Het Gekrookte Riet”: „Ik zie deze dag als een zwarte dag. Het genomen besluit is een klap in het gezicht van de Dordtse synode 1618/1619. Met de fusie wordt de exclusiviteit van de Gereformeerde Kerk ongedaan gemaakt. Het denken van de arminianen wordt nu gelegaliseerd. Dat vind ik het ergste. De PKN is de kerk van het volk geworden in plaats van de theocratische volkskerk.
De zogenaamde handreiking die het hervormde synodebestuur heeft gedaan, was een fopspeen. Het was iets scherper omschreven dan de vorige zogenaamde handreikingen. Ik noem het ”zogenaamd”, omdat de kaders van de kerkorde van de PKN loodrecht overeind bleven staan.
Wij zullen trachten om de Nederlandse Hervormde Kerk voort te zetten op basis van de hervormde kerkorde van 1951. Dat vergt verschrikkelijk veel werk. Het zal ook veel problemen met zich meebrengen. Denk aan de indeling van de classes, de moeiten in gemeenten waarin een deel wel en een deel niet meegaat, de registratie van de gemeenteleden die niet meegaan en de opleiding van predikanten. Toch is dat onze weg. Ik ontzeg de PKN bij dezen het recht om zich de voortzetting van de Hervormde Kerk te noemen. Dat recht heeft zij theologisch-historisch gezien niet.
Ik zie het fusiebesluit als een oordeel over Nederland, alsook over het drievoudig snoer, God, Nederland en Oranje. Prinses Amalia zal de laatste Oranjetelg zijn die in de Hervormde Kerk wordt gedoopt.”
Ds. L. den Breejen, voorzitter van de Confessionele Vereniging (CV) in de Nederlandse Hervormde Kerk: „Ik ben opgelucht dat de fusie wel doorgaat, ook al maak ik mij zorgen over degenen die niet mee denken te gaan. De laatste handreiking geeft een gegarandeerde plaats aan de gereformeerd belijdenis. Zij was een laatste poging om iedereen binnenboord te houden.
In de confessionele achterban wordt met verdriet en met vreugde gereageerd. De meerderheid is er duidelijk blij mee. Ik hoop dat de eenwording een signaal naar de wereld mag zijn dat de kerk niet zo verdeeld mag zijn.
Ondanks mijn gemengde gevoelens zal de CV, zoveel mogelijk met verwante organisaties als het Confessioneel Gereformeerd Beraad, de Gereformeerde Bond en het Evangelisch Werkverband, opkomen voor het goed recht van de gereformeerde belijdenis. Ik sluit overigens nauwere samenwerking met het CGB niet uit. Hoe verschillend de cultuur ook is, we komen toch in belangrijke mate overeen.”
Ds. D. Westerneng, voorzitter Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) in de Gereformeerde Kerken in Nederland: „Het Confessioneel Gereformeerd Beraad is teleurgesteld over het verenigingsbesluit en over het feit dat de pleidooien voor een breder draagvlak terzijde zijn geschoven. Het CGB is van mening dat met dit besluit grote schade wordt aangericht aan de gereformeerde kerken. In de nieuwe kerk wordt een aantal opvattingen beleden die elkaar uitsluiten, de autonomie van de plaatselijke gemeente wordt opgeheven en de financiële druk op de plaatselijke kerk opgevoerd.
De kerken kunnen twee reacties geven op dit besluit. Ze kunnen zich verbitterd afwenden van het nieuwe kerkverband en zoeken naar aansluiting bij andere verbanden. De tweede mogelijkheid is dat de strijd voor het gereformeerd belijden wordt voortgezet in de nieuwe kerk.
Het hoofdbestuur van het CGB komt op 19 december bijeen, na twee dagen eerder met het synodebestuur te hebben gesproken. Dan komen wij met een standpunt naar buiten. Voor ons staan beide opties nog open.”