De NVWA signaleert een gebrek aan ethisch besef bij met name producenten van vlees en vleesproducten. „De grens opzoeken en zorgen dat je niet gepakt wordt, wijst op normvervaging”, zegt Paul in een interview met het FD. „Het heeft tot een aantal ernstige ontsporingen geleid, en levert ook forse risico’s op voor de nabije toekomst.”

Nederland werd recent getroffen door een reeks voedselincidenten, waarbij onder meer paardenvlees als rundvlees werd verkocht. Ook is er sprake van vlees met sporen van ontlasting, gebruik van verboden groeihormonen en de verkoop van besmette mosselen en zalm.

De inspecteur-generaal is geschrokken van wat hij is tegengekomen. „Een veeboer koopt geen groeihormoon voor 100.000 dieren om dat alleen op zijn eigen bedrijf in te zetten. En ronduit zorgelijk is het dat een veehouder in het ziekenhuis in quarantaine verpleegd moet worden, wegens mogelijk besmettingsgevaar of resistente bacteriën.”

Paul pleit voor meer aandacht voor wat hij ‘productintegriteit’ noemt. „Vlees wordt nu behandeld als grondstof, terwijl het wel dieren zijn geweest. De waarden en het respect voor het product zijn verdwenen. Het is een keiharde handel geworden.”

Voedsel in Nederland is nog steeds veilig, stelt de NVWA. Wel moeten ethische waarden, zoals respect voor dieren, volgens de inspecteur-generaal hoger in het vaandel, zelfs als dit leidt tot minder productie en een daling van de voedselexport. Nederland is met jaarlijks zo’n 60 miljard euro de tweede voedselexporteur ter wereld.

Paul benadrukt dat het vooral een taak van de bedrijven zelf is om tot een betere voedselproductiviteit te komen. „In de top van de grote voedselproducerende bedrijven is men zich niet altijd bewust van de risico’s die zich voordoen in de haarvaten van het eigen bedrijf.” Dat besmette producten soms toch in supermarkten belanden, toont aan dat „de systemen dus niet sluitend zijn”, aldus Paul.