PKN aan RKK: Laten we elkaars ambten erkennen
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vraagt de bisschoppenconferentie van de Rooms-Katholieke Kerk of de kerken elkaars ambten kunnen erkennen „als diensten die God gebruikt”, zonder dat de kerken elkaars ambtsvisie ten volle delen.
Dat blijkt uit een van de zeven brieven die dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, heeft geschreven over het ambt. Een van die brieven wil hij versturen aan de bisschoppenconferentie van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland. De andere brieven zijn geschreven aan de gemeente, de kerkenraad, de ouderling en diaken, de predikant, de classis en de missionair werker.
De brieven, die besproken worden op de generale synode van de Protestantse Kerk, op 24 en 25 april, zijn een uitwerking van de bespreking over de ambten in de synodevergadering van november 2013. Dr. Plaisier heeft de opmerkingen van de synodeleden die toen gemaakt zijn, verwerkt in zeven brieven.
Geen principieel bezwaar
In zijn brief aan de Rooms-Katholieke bisschoppenconferentie stelt dr. Plaisier dat de Reformatie geen „principieel bezwaar” had tegen bisschoppen. „Wel was de bisschop in het oog van de reformatoren te zeer een wereldlijke figuur geworden, die aan de kerntaak: de dienst van Woord en sacrament en de pastorale dienst, onvoldoende toekwam. In plaats van deze dienst zagen zij hoe een kerkelijke ambtsstructuur was ontstaan, die dreigde tussen Christus en de gelovigen in te staan.”
Onder andere door de verschillen in ambtsopvatting is het, aldus dr. Plaisier, tussen de kerken tot een definitieve breuk gekomen. Hij vraagt de bisschoppen of die breuk te overkomen is. „Dat zal niet zonder eerlijke gesprekken kunnen. Ik zie u daarbij als een kritische spiegel en wil in die spiegel kijken.”
Zo erkent de scriba dat de protestantse ambtelijke structuur van kerkenraden, classes en synode een belemmering kan zijn voor „persoonlijk gezag.” Daarbij leeft in de Protestantse Kerk volgens hem vaak weinig besef van de „betekenis van onze ambten als dragers van de eenheid van de kerk.”
Drie vragen
Dr. Plaisier legt de bisschoppen drie vragen voor. „De eerste heeft te maken met de kern van het ambt, dienst aan het evangelie van Jezus Christus. Het gezag van het ambt is een lichte dienst. Het verwijst immers naar het gezag van de levende Heer. Hoe ziet u dit doorzichtig zijn van het ambt tot op Christus in uw ambtsleer en praktijk? Hoe helpt het gelovigen om tot een eigen geloofsweg met God te komen en dit geloof te verantwoorden in het dagelijks leven?”
Zijn tweede vraag heeft te maken met het „collegiale karakter” van het ambt. „Dat komt in de Protestantse Kerk tot gelding in een kerkenraad. Is er in uw ambtspraktijk voldoende ruimte om dit collegiale karakter gestalte te geven? En in verband hiermee: is er voldoende ruimte voor de inbreng van de gelovigen en hun gaven in de ambtelijke dienst van de kerk?”
„De derde vraag betreft het ambt als teken van verbinding met de katholieke kerk”, aldus dr. Plaisier. „Wij zijn als kerken nu niet ten volle katholiek. Juist daarom willen we onze ambten verstaan als open handen naar de gehele christenheid. In het bijzonder naar u, met wie we een gezamenlijke geschiedenis hebben van 1500 jaar. Kunnen we elkaars ambten erkennen als deze open handen? En kunnen we die ambten dan ook erkennen als diensten die God gebruikt, ook zonder elkaars ambtsvisie ten volle te delen?”
Luxe
De scriba van de Protestantse Kerk vraagt de bisschoppen of beide kerken elkaars ambten kunnen erkennen „als diensten die God gebruikt in de apostolische missie. Een missie die gericht is op een post-christelijke wereld, waarin de kerk marginaal is. We hebben wederzijds uitgesproken, dat de dienst aan het evangelie in een samenleving die ontzield is geraakt onze prioriteit is. Misschien meenden we vijfhonderd jaar lang de luxe te hebben gescheiden te kunnen zijn. Die luxe is voorbij. We zijn terug bij de zending van de apostelen. Wat mij betreft zijn we daarmee terug bij elkaar. Dat stelt ons protestanten voor de vraag of wij u, bisschoppen (en de paus), als apostolische getuigen zien. Aan u de vraag of u zo onze dominees kunt erkennen”, aldus de scriba van de Protestantse Kerk.