OM eist 13 jaar voor doodslag Utrecht in 1999
UTRECHT (ANP). Een 37-jarige man uit Utrecht van wie het DNA in 2013 een hit opleverde met een zogenoemde coldcase uit 1999 in Utrecht, moet voor doodslag met beroving worden veroordeeld tot 13 jaar cel. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) dinsdag voor de rechtbank in Utrecht geëist.
De 36-jarige bedrijfsleider van shoarmazaak Hazar aan de Amsterdamseweg in die stad overleed 9 november 1999 door 29 messteken. Hij werd aan zijn voeten van de voorkant naar de achterkant van de zaak gesleept. DNA van de toen 23-jarige verdachte zat op sokken van het slachtoffer, op peuken, op de grond en bij de kassa waar 500 gulden uit ontbrak.
Na de DNA-match in 2013 zei de verdachte eerst dat hij nooit in de shoarmazaak kwam. Toen hij met de vele DNA-matches werd geconfronteerd, zei hij dat hij juist zo vaak na zijn werk in de shoarmazaak kwam dat hij zelf broodjes klaarmaakte. Daarbij zou hij zich hij hebben gesneden en DNA achter hebben gelaten.
De advocaat van de Utrechter pleitte voor vrijspraak. DNA van 14 jaar oud mag hooguit als aanvullend bewijs gelden, zei hij. De verdachte verklaarde wisselend omdat hij methadon zou hebben gekregen tijdens verhoren en omdat alles al zo lang geleden is. En juist in 1999 ging het goed met hem en was er dus geen motief, aldus de raadsman.
Uitspraak op 1 april.