Door veranderingen in het klimaat kan het voor langere tijd erg droog zijn in Nederland. Rivieren stromen daardoor minder en dat verergert de invloed van lozingen op het oppervlaktewater. De vervuiling uit die lozingen wordt dan namelijk minder snel verdund.

Volgens het RIVM zou het dan ook goed zijn om lozingen vooral toe te staan tijdens nattere periodes of de normen voor de hoeveelheid vervuiling in het water aan te scherpen, of bij droogte water te laten stromen vanuit de ene in de andere rivier. Zo kan er bijvoorbeeld water vanuit de Waal naar de Maas en de Lek worden geleid. Ook uitgebreide zuivering van rioolwater zou helpen. De zuiveringsinstallaties lozen het gezuiverde rioolwater uiteindelijk namelijk ook op het oppervlaktewater.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu laat in een reactie weten dat het weet dat er extra maatregelen nodig zijn in verband met klimaatverandering. „Het RIVM-rapport wordt gebruikt bij de beleidskeuzes van de komende jaren. Om de kosten zo laag mogelijk te houden, stemt het ministerie die keuzes telkens af op de daadwerkelijke klimaatontwikkelingen”, aldus een woordvoerster. Dit jaar moet er meer duidelijk worden welke maatregelen het kabinet gaat nemen.

In Nederland wordt in totaal zo’n 40 procent van het drinkwater geproduceerd vanuit het oppervlaktewater.