Bij de klimaattop in Kopenhagen in 2009 zou de Amerikaanse delegatie anderen hebben bespioneerd en afgeluisterd. Datzelfde jaar zouden de Britten nepinternetcafés hebben opgezet bij een G20-top in Londen, zodat spionnen konden meelezen met onderhandelaars. Een jaar later zouden de Amerikanen hebben bespioneerd bij twee internationale topontmoetingen in Canada.

Oprichter en bestuurder Bert Kok van imgZine zegt: „In de app voor de nucleaire top staan alleen documenten die voor alle deelnemende landen toegankelijk zijn. Het is niet zo dat de deelnemers allemaal een eigen versie hebben waarin ze hun eigen documenten kunnen opslaan. Het lijkt me dan ook niet echt zinvol als ze hun geheime diensten inschakelen om informatie te krijgen die ze toch al hebben. Je wint niets met hacken.”

Ook landen die niet meedoen aan de nucleaire top, zoals Iran, hebben er weinig mee te winnen als ze de app weten te kraken. Buitenlandse Zaken laat weten: „We kunnen nooit uitsluiten dat iemand zijn wachtwoord verklapt of kwijtraakt. Daarom staat er geen gevoelige of zwaar geheime informatie in de app. De meeste gegevens zijn ergens anders ook wel te vinden. De conclusies van de vorige nucleaire top in Seoul, bijvoorbeeld. Maar nu hebben we alles handig gebundeld.”

Zelfs een cyberaanval die de app volledig zou platleggen, is voor de organisatie geen nachtmerrie: „In dat geval kunnen we mensen op de hoogte houden met beeldschermen in het World Forum. En als het nodig is, schakelen we gewoon terug op papier.”