Vrijspraak voor cocaïnesmokkel
Het gerechtshof in Amsterdam heeft dinsdag de 46-jarige R.P., verdacht van het smokkelen van ruim 700 kilo cocaïne, in hoger beroep vrijgesproken. Ook zijn broer, de 40-jarige M.P. acht het hof onschuldig. Het Openbaar Ministerie heeft volgens de rechter te weinig zorgvuldig gehandeld in het onderzoek naar de twee verdachten.
Op 3 mei 1999 trof speurhond Ruud in een loods op Schiphol 716 kilo cocaïne aan in een lading groenten van het bedrijf Surimpex. De twee broers, eigenaar van Surimpex, importeerden groenten en fruit uit Suriname. R.P. woonde en werkte in Suriname. Zijn broer zorgde voor de distributie van de handelswaar in Nederland.
De rechtbank in Haarlem veroordeelde R.P. vorig jaar tot acht jaar celstraf. Hij had al zestien maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht nadat hij door Suriname was uitgeleverd aan Nederland. Het Amsterdamse hof schorste die hechtenis enige tijd geleden. Zijn broer zat aanmerkelijk korter. De rechtbank in Harlem sprak hem na een eis van drie jaar vrij.
Beiden hebben van meet af aan ontkend ook maar iets met het coketransport - een record op Schiphol, met een waarde van circa 32 miljoen euro - van doen te hebben. Niettemin was jusitie er van overtuigd dat hun bedrijf als dekmantel diende om de drugs Nederland in te smokkelen. Onder meer de enigszins gebrekkige administratie van het bedrijfje bracht justitie tot deze verdenking.
Een medewerker van Schiphol, de 32-jarige P. van Z., werd wel door het hof veroordeeld voor betrokkenheid bij de cocaïnesmokkel. Hij kreeg drie jaar celstraf, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Tegen hem was zes jaar celstraf geëist. Hij was geen bekende van de gebroeders P.