De oud-premier van België wijst er in de krant op dat in Nederland wel 76,9 procent van de vrouwen met een baan parttime werkt. Iets meer dan een kwart gemiddeld 3 dagen per week en zo’n 23 procent 4 dagen per week.

„Is dat echt een vrijwillige keuze?”, vraagt Leterme zich af. „Ik weet het niet. Het kan ook een noodzaak voor vrouwen zijn. En het kan zo zijn dat bedrijven vrouwen niet laten doorstromen naar voltijdsbanen. Waarom zouden anders in vergelijkbare landen vrouwen wel meer uren werken?”

De economische groei in Nederland is lager dan in driekwart van de andere geïndustrialiseerde landen, aldus Leterme. „Nederland heeft de crisis goed opgevangen. Het heeft een een goed opgeleide bevolking. Het is een van de grootste exportlanden ter wereld. Maar er zijn punten waarop het beter kan.”

Volgens hem liggen de cijfers over hoe vaak mensen in hun carrière van baan wisselen hier nog te laag, evenals het aantal uren dat wordt gewerkt. Ook zou in de beleving van de OESO-bestuurder het Nederlandse midden- en kleinbedrijf wat meer gesteund mogen worden en mag er best wat meer geïnvesteerd worden in onderwijs en opleidingen.